Vorige

Bankkluis – overlijden van de huurster – aansprakelijkheid van de agentschapsdirecteur – restitutieplicht.

2011.2361

 

THEMA

 

Bankkluis – overlijden van de huurster – aansprakelijkheid van de agentschapsdirecteur – restitutieplicht.

 

ADVIES

 

Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, voorzitter;
Mevrouw M.-F. Carlier, plaatsvervangend voorzitter
De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, N. Claeys, L. Jansen, leden
Mevrouw M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 16 oktober 2012

 

 

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

Verzoeker was samen met mevrouw C.D. en de heer J.D. erfgenaam in de nalatenschap van hun tante, mevrouw S.D. (“de erflater”) overleden op 18 mei 2005.

 

“De erflater” was bij de bank huurster van een bankkluis in een agentschap van de bank. De kluis werd na het overlijden van de huurster door de bank geblokkeerd in gevolge de mededeling van het overlijdensbericht en de akte van bekendheid door de erfgenamen. Deze laatste werden uitgenodigd om de opening van de kluis op 30 september 2005 bij te wonen.

 

Waren bij de opening van de kluis aanwezig : mevrouw C.D. en de verzoeker, beiden gevolmachtigd door de heer J.D. wonende in Nederland, en de agentschapsdirecteur.

 

Op 30 september 2005 hebben beide aanwezige erfgenamen tevens het huurcontract van de kluis opgezegd en een document ondertekend dat als opschriften “document kwijting kluis” en “Inhoudslijst (dossier succ. ***)” draagt. Dit laatste document maakt melding van 12 goudstukken Krugerrand ( de “Krugerrands”).

 

Begin 2008 werden de erfgenamen door de bank in het bezit gesteld van ongeopende omslagen met rekeninguittreksels van de nog op naam van “de erflater” bestaande bankrekeningen.
Aldus merkten de erfgenamen dat de bank de zichtrekening had gedebiteerd met de kosten voor de huur van de kluis in 2005, 2006 en 2007, hoewel de huur op 30 september 2005 was opgezegd.

 

Zij verzochten daarom het betrokken agentschap van de bank om de kluis opnieuw te openen. Bij de heropening stelden zij, samen met de agentschapsdirecteur, vast dat de safe leeg was. Van de “Krugerrands”, waarvan de erfgenamen tot dusver blijkbaar hadden aangenomen dat deze nog steeds in bewaring waren bij het agentschap van de bank, was geen spoor terug te vinden.

 

De erfgenamen legden vervolgens klacht neer bij de bank en vroegen om afgifte van de 12 “Krugerrands”.
Na een intern onderzoek van de bank, kwam deze laatste tot het besluit dat de “Krugerrands” op 30 september 2005 waren overhandigd aan mevrouw C.D. en verzoeker. De bank verwijst hiervoor naar het ondertekend “document kwijting kluis”.

 

De bank stelt tevens dat de huur van de kluis na 30 september 2005 om “administratieve” redenen werd voortgezet wegens het verblijf van één van de erfgenamen in het buitenland, aangezien de bank nog geen attest art. 90 had ontvangen. De bank erkent evenwel dat de agentschapsdirecteur de erfgenamen hiervan op de hoogte had moeten brengen.

 

De bank blijkt inmiddels de huurgelden voor de kluis, geïnd na de opzegging van de kluis op 30 september 2005, te hebben teruggestort aan de erfgenamen.

 

Verzoeker betwist echter nog steeds – ook namens zijn mede-erfgenamen - de bewering van de bank als zouden de 12 “Krugerrands” op 30 september 2005 aan de aanwezige erfgenamen zijn overhandigd en vraagt derhalve om teruggave van 12 Krugerrands of hun tegenwaarde in cash.

 

Op 14 september 2005 hebben de drie erfgenamen bij de bank een formulier ondertekend, genaamd “aanvraag tot opening van een kluis geblokkeerd voor nalatenschap”, teneinde op 30 september 2005 over te gaan tot de opening van de kluis, waarbij de heer J.D. aan mevrouw C.D. en verzoeker volmacht heeft gegeven om hem “te vertegenwoordigen bij de opening, de inhoud van de kluis in ontvangst te nemen en kwijting te geven”.
De fiscus (de Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen) werd door de bank per brief van 21 september 2005 op de hoogte gebracht van de geplande opening.

 

Op 30 september 2005 werd, zoals voorzien, bewuste kluis geopend in het bijzijn van de twee gevolmachtigde erfgenamen en de agentschapsdirecteur.

 

De twee aanwezige erfgenamen ondertekenden op dezelfde datum het document genaamd “Document kwijting kluis” met als titel “Inhoudslijst (Dossier succ ***).

 

Zij ondertekenden eveneens een ander formulier “Document kwijting kluis”, waarbij het huurcontract van de kluis werd opgezegd. Volgens de verklaringen van de bank heeft de agentschapsdirecteur dit laatste formulier achteraf aangepast om het huurcontract alsnog op naam van “de erflater” te behouden tot aan het “akkoord successie”, aangezien één van de erfgenamen in het buitenland verbleef en “attest art. 90” vereist was voor de deblokkering van de kluis. De bank erkent echter dat de erfgenamen door een nalatigheid van de agentschapsdirecteur niet op de hoogte waren gebracht van de verderzetting van het huurcontract. Inmiddels werden de ten onrechte geïnde huurgelden teruggestort.

 

II. ADVIES VAN HET BEMIDDELINGSCOLLEGE

 

Het geschil tussen de bank en verzoeker dat thans aan het College voor advies wordt voorgelegd, heeft betrekking op de bewijswaarde van het ondertekende formulier, genaamd “document kwijting kluis” / “Inhoudslijst (dossier succ. ***)”, om al dan niet te staven dat de 12 “Krugerrands” effectief op 30 september 2005 zijn overhandigd aan de aanwezige erfgenamen.

 

Vermeld document preciseert dat “overeenkomstig het Wetboek der Successierechten door de afgevaardigde van de bank de inhoudslijst wordt opgemaakt van de kluis, gehuurd op naam van S.D.”.

 

Als inhoud van de geopende kluis worden “goudstukken Krugerrand: aantal 12 x 1 Kruger” opgegeven.

 

De handtekeningen worden voorafgegaan door de gedrukte vermelding “waarachtig en deugdelijk verklaard”.

 

Krachtens art. 101 van het Wetboek van Successierechten moet er inderdaad na overlijden van de huurder van een bankkluis een voor echt en deugdelijk verklaarde lijst van alle in de kluis berustende effecten, sommen, waarden en hoe ook genaamde voorwerpen, worden opgemaakt en aan de fiscus afgegeven.

 

Hoewel bij het op 14 september 2005 ondertekende formulier “aanvraag tot opening van een kluis geblokkeerd voor nalatenschap” aan beide bij de opening aanwezige erfgenamen volmacht was verleend door de andere erfgenaam om hem “te vertegenwoordigen bij de opening, de inhoud van de kluis in ontvangst te nemen en kwijting te geven”, blijkt nergens uit het document gedateerd 30 september 2005, dat de aanwezige erfgenamen “de Krugerrands” daadwerkelijk in ontvangst hebben genomen en uit dien hoofde voor kwijting hebben getekend ten aanzien van de bank.

 

De hoofding “document kwijting kluis” vormt ter zake geen afdoend bewijs. Ook het document dat betrekking heeft op de opzegging van de huur van de kluis, draagt trouwens dergelijke hoofding.

 

Het College meent bijgevolg dat de aanwezige erfgenamen dus enkel ter controle van de inhoud van de kluis het bewuste document “inhoudslijst (dossier succ. ***)” mee voor “waarachtig en deugdelijk verklaard” hebben ondertekend en dat de 12 “Krugerrands” hen dus niet zijn overhandigd op 30 september 2005.

 

De latere aanpassing door de agentschapsdirecteur, wegens zogenaamde administratieve redenen en zonder enige kennisgeving aan de erfgenamen, van het document “document kwijting kluis” / “Instructies uit te voeren in verband met kluis nummer ***” door middel van het bijkomend aankruisen van de keuze-optie “behoud van het huurcontract op naam van dezelfde huurder”, doet eveneens vermoeden dat de “Krugerrands” op 30 september 2005 niet aan de aanwezige erfgenamen zijn afgegeven.

 

Gelet op voorgaande argumenten en de restitutieplicht van een bank tegenover haar cliënten, is het College derhalve van oordeel dat de bank aan de erfgenamen 12 goudstukken Krugerrand dient terug te geven of hun tegenwaarde in speciën.

 

III. BESLUIT

 

De klacht van verzoeker is ontvankelijk en gegrond.

 

Aan de bank wordt gevraagd om aan de erfgenamen 12 goudstukken Krugerrand van 1 Kruger of hun tegenwaarde in cash terug te geven.

 

De bank heeft het advies van het College niet gevolgd.