Vorige

Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Pensioenfondsen/pensioensparen

2017.2145


THEMA


Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Pensioenfondsen/pensioensparen


ADVIES


Aanwezig:
De heer Aloïs Van Oevelen, voorzitter;
De heren E. Struye de Swielande, R. Steennot, leden
Mevrouwen M. Mannès, N. Spruyt, leden.


Datum : 21 november 2017


1. BESCHRIJVING VAN DE KLACHT


In 2008 opende verzoekster een rekening bij de bank. In 2012 opende zij een pensioenspaarrekening bij de bank. In 2014 is zij naar Zwitserland verhuisd. Zij heeft de bank hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht. De bank heeft haar per mail op 23.04.2014 meegedeeld dat ze de pensioenspaarrekening verder bij de bank mocht aanhouden.
In 2016 heeft de bank verzoekster met mail van 20.10.2016 meegedeeld dat zij de pensioenspaarrekening niet langer bij haar kon aanhouden. De bank vraagt dat zij de rekening naar een andere bank in België overdraagt, anders dient het pensioenspaarfonds verkocht te worden waardoor er 33% aan taks wordt ingehouden. Dit laatste wenst verzoekster uiteraard te voorkomen.
Verzoekster heeft geprobeerd een pensioenspaarrekening te openen bij een andere Belgische bank om het fonds te kunnen overdragen, maar zonder succes. Elke bank heeft haar bevestigd dat ze geen pensioenspaarrekening kunnen openen omdat verzoekster buiten de Europese Unie gedomicilieerd is. De wettelijke vereisten om een pensioenspaarrekening te openen zijn blijkbaar dat men een fiscaal rijksinwoner van België is of inwoner van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en dat men Belgische inkomstenbelasting verschuldigd is.
Verzoekster is niet bereid om te tekenen voor de verkoop van de pensioenspaarrekening. Zij merkt op dat ze reeds in 2014 haar verhuis naar het buitenland aan de bank heeft meegedeeld, en dat er toen bevestigd werd dat ze het product verder kon aanhouden. Thans is verzoekster echter niet meer in staat om een pensioenspaarrekening bij een andere bank te openen omwille van haar woonplaats buiten de Europese Unie. Zij vraagt dat de bank zich aan haar toezegging houdt en ze de pensioenspaarrekening verder kan aanhouden.


2. STANDPUNT VAN DE BANK


De bank bevestigt dat haar Algemene Voorwaarden voorzien dat zij kan vragen dat de rekeningen van een klant gesloten worden indien de officiële woonplaats niet meer in België is. In het verleden heeft de bank soms een uitzondering gemaakt op deze regel. In 2016 werd dit echter herzien en heeft de directie beslist deze uitzonderingen niet langer meer toe te staan gezien de verstrengde regelgeving rond rapportage over rekeningen met een buitenlands component. Thans vraagt de bank systematisch dat de rekeningen bij haar worden afgesloten bij verhuis naar het buitenland.
Het beëindigen van de cliëntenrelatie met de bank brengt mee dat ook een pensioenspaarfonds moet worden stopgezet of getransfereerd naar een andere financiële instelling in België. De bank zet daarenboven haar beleggingsactiviteiten stop, zodat de pensioenspaarfonds niet langer bij haar kan worden aangehouden.
Indien het product niet naar een andere financiële instelling kan worden overgedragen, is de verkoop de enige optie. De bank zal genoodzaakt zijn het pensioenspaarfonds vervroegd stop te zetten.
In de Algemene Voorwaarden van de bank is voorzien dat de bank in geen geval aansprakelijk gesteld kan worden voor eender welke schade die de cliënt zou beweren te hebben geleden naar aanleiding van de beëindiging van de cliëntenrelatie door de bank.


3. ADVIES VAN DE EXPERTEN


Het College herinnert eraan dat de bank, nadat zij door verzoekster ervan op de hoogte was gebracht van de verhuis van verzoekster naar Zwitserland, in haar e-mailbericht van 23 april 2014 aan verzoekster zonder voorbehoud heeft meegedeeld dat zij haar pensioenspaarrekening mocht behouden. Door deze eenzijdige wilsverklaring heeft de bank zich verbonden ten opzichte van verzoekster. Met haar e-mailbericht van 20 oktober 2016 is de bank teruggekomen op de door haar aangegane verbintenis, wat niet mogelijk is, behalve in geval van overmacht, maar de bank levert niet het bewijs dat er hier sprake is van overmacht.


Bovendien moet worden opgemerkt dat de relatie tussen de bank en verzoekster wordt beheerst door artikel VI.83, 11° van het Wetboek van Economisch Recht, waarin wordt bepaald dat in overeenkomsten tussen ondernemingen (zoals in dit geval de bank) en consumenten (zoals in dit geval verzoekster) in elk geval onrechtmatig en nietig zijn de “de bedingen en voorwaarden of de combinaties van bedingen en voorwaarden die ertoe strekken (…) “11° onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de onderneming toe te staan een overeenkomst van onbepaalde duur op te zeggen zonder redelijke opzeggingstermijn, behoudens overmacht”. Het kan niet betwist worden dat verzoekster in dit geval geen contractuele wanprestatie heeft gepleegd, zodat artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is. Voorts kan de bank zich in dit geval ten opzichte van verzoekster niet op overmacht beroepen.


Uit het bovenstaande volgt dat de bank de pensioenspaarrekening van verzoekster niet kan beëindigen zonder verzoekster schadeloos te stellen voor de door haar geleden schade. Het alternatief is dat de bank terugkomt op haar e-mailbericht van 20 oktober 2016 en de pensioenspaarrekening van verzoekster behoudt, zoals zij toezegde in haar e-mailbericht van 23 maart 2014.


4. BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN


De Ombudsman heeft kennisgenomen van het advies van het College van experten en sluit zich erbij aan. Het College heeft vastgesteld dat de clausule in de Algemene Voorwaarden van de bank die ertoe strekt dat de bank de rekeningen kan stopzetten ingeval van verhuis naar het buitenland zonder dat er een redelijke opzegperiode voorzien wordt, moet beschouwd worden als een onrechtmatig beding op basis van artikel VI,83, 1° WER. De clausule moet als nietig beschouwd worden.


De bank kan de pensioenspaarrekening thans ook niet zonder meer afsluiten aangezien zij verzoekster destijds toegezegd heeft dat ze de pensioenspaarrekening verder kan aanhouden. De bank kan hier thans niet op terugkomen.


De pensioenspaarrekening moet dus door de bank verder worden aangehouden. Afsluiten van de pensioenspaarrekening is enkel mogelijk wanneer de bank zou tussenkomen in de schade die verzoekster door de verkoop van de pensioenspaarrekening zou lijden.


De adviezen van de ombudsman zijn niet bindend voor de financiële instellingen. De Ombudsman vraagt aan de bank om binnen de maand op dit advies te reageren en mee te delen of zij het advies al dan niet volgt.