Vorige

Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Aan-/verkoop van effecten – Andere (bv. Loket) – Aandelen

 

2017.229

 

THEMA

 

Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Aan-/verkoop van effecten – Andere (bv. Loket) – Aandelen

 

ADVIES

 

Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, voorzitter;

Mevrouw M.-F. Carlier, ondervoorzitster;

De heren E. Struye de Swielande, J. Vannerom, leden;

Mevrouwen M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 23 mei 2017

 

  1. UW KLACHT

 

Begin november 2016 kreeg de verzoeker een brief van de bank waarin vermeld stond dat de bank niet meer verder zal handelen in de US OTC-markt daar haar broker in Amerika dat stopzet.

 

De verzoeker kreeg de mogelijkheid om zijn effecten gratis over te dragen naar een andere bank of ze te proberen te verkopen voor 9 december 2016. Hij heeft gekozen voor de eerste optie en droeg de betrokken effecten over naar een andere bank. Telefonisch werd hem geïnformeerd dat de transfer 6 à 8 weken kon duren. Ongeveer de helft van de effecten is met succes overgeplaatst. De overige effecten konden niet worden getransfereerd, noch worden verkocht gezien de tijdslimiet voor verkoop reeds was overschreden.

 

De verzoeker begrijpt dat aandelen, die niet meer verhandeld worden, geschrapt en verwijderd worden. Dat begrijpt hij echter niet voor aandelen die wel nog noteren en verhandeld worden. Hij heeft het dan specifiek over 3 aandelen. De transfer was niet mogelijk daar die aandelen bestaan uit een fysiek certificaat.

 

Normaal ging de bank de aandelen nog proberen te verkopen in januari-februari, maar dat is blijkbaar niet gelukt gezien de aandelen eind januari al weggeboekt waren.

 

De verzoeker vindt het niet kunnen dat hij maar 1 maand de tijd kreeg om actie te ondernemen. Zeker bij aandelen, wordt gedacht op lange termijn. Hij heeft ze al 7 jaar in bezit en betaalt jaarlijks bewaarloon. Destijds werden ze zonder problemen aanvaard.

 

De klacht van de verzoeker betreft ook nog een 4de aandeel, een nano cap (te kleine waarde) die niet meer verhandeld wordt door de bank. De transfer hiervan lukt ook niet. Begin februari was er een vraag van 0,05 en een bod van 0,01. Hij heeft er 330.995 in portefeuille wat op dat ogenblik toch minimum een waarde van 3.300 USD betekende.

 

De verzoeker zou graag verkrijgen van de bank dat ze hem een vergoeding geeft voor de effecten of dat ze de effecten terugplaatst zodat hij ze zelf kan verkopen binnen een redelijke termijn. In zijn dossier gaat het toch om een groot bedrag.

 

Een andere oplossing zou er ook kunnen in bestaan dat de bank toegevingen doet op vlak van zijn professioneel krediet (renteherziening, beperking funding loss).

 

  1. STANDPUNT VAN DE BANK

 

Steeds meer brokers zetten de handel op de US OTC-markt stop. Hierdoor moet de bank alle posities van de klanten afsluiten die op deze markt noteren. In sommige gevallen moet er zelfs afstand worden gedaan van bepaalde effecten. De bank werkt samen met een broker in de US zelf. Sinds enige tijd weigert de Amerikaans broker om dit soort aandelen te verhandelen. Deze beslissing is ingegeven door de steeds sterker wordende controle van de SEC (Securities and Exchange Commission) als gevolg van fraude en witwaspraktijken. De risico’s op fraude en witwaspraktijken zijn immers groter dan bij klassieke aandelen.

 

De Amerikaanse beurswaakhond SEC heeft al een aantal fraudegevallen vastgesteld en vraagt steeds meer klantengegevens op van mensen die nog handelen in deze waarden, gegevens waar brokers die wereldwijd orders uitvoeren niet over beschikken. Om zichzelf te beschermen en zeker ook om te vermijden dat klanten het slachtoffer worden van marktmanipulatie, trekken steeds meer brokers zich terug uit de handel in aandelen van dergelijke bedrijven.

 

Daarom moeten alle posities van de klanten in dergelijke aandelen gesloten worden. Ze moeten dus verkocht, getransfereerd of via afstand van effecten afgestaan worden. Dit is mogelijk volgens artikel 8.13 van de Algemene Voorwaarden betreffende beleggingsdiensten, die de bank het recht geven om de bewaarneming van bepaalde effecten stop te zetten. Voorwaarde is dat de bank de klant daarover schriftelijk informeert en rekening houdt met een opzeggingstermijn van één maand vanaf datum van verzending:

 

 “(…) Als de bank stopt met de bewaarneming van bepaalde financiële instrumenten, informeert zij de klant daarover schriftelijk, rekening houdend met een opzeggingstermijn van één maand vanaf de datum van verzending. De bank informeert zo nodig de klant van de onmogelijkheid om de voormelde financiële instrumenten nog op eender welke markt te behandelen.

Binnen voorgenoemde opzeggingstermijn heeft de klant de keuze: of zijn effecten verkopen (voor zover een verhandeling van deze instrumenten nog mogelijk is), of ze transfereren naar een andere financiële instelling.

Bij gebrek aan een dergelijke transfer aan het einde van die termijn, behoudt de bank zich het recht voor om de effecten op kosten van de klant te verkopen voor zover een dergelijke verkoop mogelijk is en de verkoopsom op de zichtrekening van de klant te storten. Als een dergelijke verkoop mogelijk is of als de transfer door de klant aangewezen financiële instelling wordt geweigerd, aanvaardt de klant afstand te doen van voormelde financiële instrumenten aan de bank en ze uit zijn effectenrekening te laten schrappen.”

 

In het kader van de gehele actie US OTC werden alle te verkopen effecten aangeboden aan de verschillende brokers die voor de bank executie kunnen voorzien op de US OTC markt. De kosten voor verkoop op de US OTC markt zijn echter 0,03 USD per aandeel (vb. bij een positie van 10.000 of 100.000 aandelen, niet onmogelijk gezien het over “pennystocks” gaat, geeft een makelaarsloon van respectievelijk 300 USD of 3.000 USD, die meestal hoger is dan de beurswaarde). Gezien de lage waarde van deze aandelen en de grote aantallen in effectenrekening, zou de kost stukken hoger liggen dan de opbrengst, vandaar de keuze voor “afstand van rechten”.

 

De bank heeft gehandeld conform haar Algemene Voorwaarden en de opzeggingstermijn van 1 maand ruimschoots gerespecteerd. Aangezien er geen fout is gemaakt door de bank ziet de bank geen reden om de klant te vergoeden.

 

  1. ADVIES VAN DE EXPERTEN

 

Aangezien de verzoeker er niet in geslaagd is om al zijn US OTC effecten binnen de voorgestelde termijn te verkopen of te laten transfereren, heeft hij volgens de bank afstand gedaan van de aldus overgebleven US OTC effecten.

 

Verzoeker geeft aan onvoldoende tijd en ondersteuning van de bank te hebben gekregen om adequate acties te kunnen nemen ten aanzien van al zijn US OTC effecten.

 

Bij de bespreking van het dossier heeft het College zich vooreerst afgevraagd of het opleggen van een termijn van één maand om kopers of een andere bewaarnemer voor de US OTC effecten te vinden wel redelijk was, ofschoon deze termijn in de Algemene Voorwaarden vermeld staat.

 

In dezelfde context is bijkomend de vraag gerezen of de bank verzoeker niet eerder had kunnen aanschrijven om hem in te lichten over de nieuwe marktomstandigheden en aan te zetten tot het nemen van gepaste maatregelen.

 

Rekening houdende met de concrete omstandigheden van “opdrogende” US OTC markten voor penny stock, waardoor de handel in of bewaarneming van deze US OTC effecten gestaag moeilijker tot zelfs onmogelijk is geworden, is het College tot het oordeel gekomen dat enerzijds het opleggen aan verzoekers begin november 2016 van een termijn van één maand om oplossingen te zoeken en anderzijds het schrappen uit hun effectenrekening van de na deze termijn nog resterende US OTC effecten, kennelijk onredelijk waren.

 

Het College is bijgevolg van oordeel dat er sprake is van rechtsmisbruik van de bank, doordat zij de contractuele rechten die zij put uit art. 8.13 van haar Algemene Voorwaarden heeft uitgeoefend op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de wijze waarop een normaal voorzichtige en zorgvuldige bank-bewaarnemer, geplaatst in dezelfde concrete omstandigheden, geacht mag worden de activa van de cliënt te beschermen.                

 

Het College nodigt de bank derhalve uit om aan verzoeker een voorstel tot een billijke vergoeding te doen die zo goed als mogelijk tegemoetkomen aan het door hem geleden nadeel.

 

  1. BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN

 

De Ombudsman heeft kennisgenomen van het advies van de experten in dit dossier en dient te besluiten dat de wijze waarop de bank artikel 8.13 van haar Algemene Voorwaarden inzake beleggingsdiensten in dit concrete dossier heeft toegepast, aanleiding geeft tot een vergoeding voor de klant.

 

De Ombudsman beveelt de bank dan ook aan een billijk vergoedingsvoorstel uit te werken en hem binnen de maand te laten weten wat het voorstel inhoudt.