Vorige

Betalingen – Betaalrekeningen – Kaarten – Betwiste verrichtingen

 

2016.944

 

THEMA

 

Betalingen – Betaalrekeningen – Kaarten – Betwiste verrichtingen

 

ADVIES

 

Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, voorzitter;

Mevrouw M.-F. Carlier, ondervoorzitster;

De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, L. Jansen, leden
Mevrouwen  M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 21 juni 2016

 

1.         DE FEITEN

 

In februari 2016 was verzoekster gaan winkelen in een grootwarenhuis. Ze betaalde haar aankopen met haar kaart. Ze weet niet of haar code op dat moment werd afgekeken.

 

Verzoekster was geparkeerd in de ondergrondse parking van de winkel. Ze legde haar aankopen in de koffer van de wagen en legde haar handtas op de achterbank. Ze heeft de wagen niet op slot gedaan terwijl ze haar winkelkarretje ging wegzetten. Bij de winkelkarretjes werd ze aangesproken door een onbekende jonge vrouw die Frans sprak. De onbekende vroeg de weg naar een dokter in de buurt. Verzoekster heeft het adres van een ziekenhuis meegedeeld waarop de onbekende vroeg om het adres op te schrijven.

 

Toen verzoekster naar huis reed heeft ze haar handtas gecontroleerd en vastgesteld dat de portefeuille nog steeds in de handtas zat.

 

Pas daags nadien heeft verzoekster vastgesteld dat de kaart uit haar portefeuille verdwenen was. Ze heeft op dat moment Card stop gebeld. Van de bank vernam ze dat er ondertussen geldafhalingen en betalingen waren gebeurd met de kaart voor een bedrag van 1.941,45 EUR.

 

Verzoekster bevestigt dat de pincode niet genoteerd was. Zij stelt dat zij niet nalatig gehandeld heeft en vraagt tussenkomst van de bank in haar schade.

 

2.         STANDPUNT VAN DE BANK

 

De bank meent dat er wel degelijk grove nalatigheid in hoofde van verzoekster kan weerhouden worden. Zij wijst hiervoor op de volgende elementen:

 

-feit dat de bankkaart aanwezig was in een open en niet-afgesloten voertuig terwijl verzoekster de winkelkar ging terugplaatsen, hierdoor kon een onbekende de kaart ontvreemden.

 

-de betwiste transacties werden onmiddellijk met de juiste code uitgevoerd. Een onbekende heeft kennis kunnen nemen van de geheime code.

 

-verzoekster heeft haar handtas onvoldoende nagekeken en niet geverifieerd of haar kaart nog in haar portefeuille zat. Hierdoor werd cardstop pas de dag nadien gecontacteerd.

 

3.         ADVIES VAN DE EXPERTEN[1]

 

Artikel VII.30, § 2, van het Wetboek van Economisch Recht legt aan de betalingsdienstgebruiker, in dit geval verzoekster, de verplichting op om, zodra hij/zij een elektronisch betalingsinstrument, zoals een bankkaart, ontvangt, alle redelijke maatregelen te treffen om de veiligheid van dat instrument en de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken ervan te waarborgen.

 

Artikel VII.36, § 1, tweede lid, van hetzelfde wetboek bepaalt dat de betaler, in dit geval verzoekster, alle verliezen draagt die uit niet-toegestane betalingstransacties voortvloeien, indien deze zich hebben voorgedaan doordat hij/zij hetzij bedrieglijk heeft gehandeld, hetzij opzettelijk of met grove nalatigheid een of meer verrichtingen uit hoofde van het zojuist vermelde artikel VII.30 van dit wetboek niet is nagekomen, in welk geval het in het eerste lid bedoelde maximumbedrag van 150 euro niet van toepassing is.

 

Op grond van de hierna volgende elementen, in hun onderlinge samenhang beschouwd, is het College van Experten in dit geval van oordeel dat verzoekster een grove nalatigheid heeft begaan in de zin van het in de vorige alinea vermelde artikel VII.36, § 1, tweede lid, van het Wetboek van Economisch Recht:

 

         - verzoekster heeft haar handtas zichtbaar op de achterbank van haar auto geplaatst;

 

         - zij heeft haar auto, die geparkeerd stond in een ondergrondse parking van een warenhuis, niet op slot gedaan toen zij haar winkelkarretje ging wegzetten en op dat ogenblik door een onbekende werd afgeleid;

 

         - de geheime code van de bankkaart van verzoekster werd van bij de eerste poging juist ingetikt, wat erop wijst dat zij niet voldoende maatregelen heeft genomen om de geheime code van haar bankkaart geheim te houden;

 

         - verzoekster heeft, toen zij naar huis reed, wel nagekeken of haar portefeuille nog wel in haar handtas zat, maar zij heeft niet nagegaan of haar bankkaart op dat ogenblik in haar portefeuille zat, en dit laatste heeft zij pas ’s anderendaags gedaan, waardoor zij pas meer dan 24 uur na de diefstal van haar bankkaart daarvan aangifte heeft gedaan bij Card Stop.

 

4.         BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN

 

Het College van experten kwam tot het besluit dat er aan de verzoekster grove nalatigheid kan verweten worden, zodat de bank niet in de schade dient tussen te komen. Vooral het feit dat zij de wagen achterliet zonder deze af te sluiten, terwijl haar handtas zich in de wagen bevond, heeft hierin de doorslag gegeven.

 

 

 


[1] De bijeenkomst van het college van experten heeft plaatsgehad op 21 juni 2016, in aanwezigheid van de heer A. Van Oevelen (voorzitter), mevrouw M.-F. Carlier (ondervoorzitster), mevrouwen M. Mannès en N. Spruyt, de heren F. de Patoul, L. Jansen en E. Struye de Swielande (leden). Het advies is definitief goedgekeurd door de experten op 4 juli 2016.