Vorige

Betalingen en betaalrekeningen – Zichtrekening – Beëindiging

2017.1071

 

THEMA

 

Betalingen en betaalrekeningen – Zichtrekening – Beëindiging

 

ADVIES

 

Aanwezig :

Mevrouw M.-F. Carlier, ondervoorzitster;

De heren E. Struye de Swielande, J. Vannerom, leden
Mevrouwen  M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 20 juni 2017

 

UW KLACHT

 

 

De verzoeker werkt tijdelijk in Amerika. Van zodra dat hij zijn adreswijziging heeft meegedeeld aan de bank, heeft deze laatste de toegang tot pc-banking geblokkeerd en kon hij zijn rekeningen niet langer opvolgen vanuit Amerika. Hij heeft verschillende producten bij de bank: woonkrediet, brandverzekeringen, pensioenspaarverzekering en spaarverzekeringen, effectenrekening, zicht- en spaarrekening en bankkaarten. Wanneer de bank pc-banking blokkeert, kan hij geen van deze producten nog opvolgen.

 

Andere Belgische banken blokkeren pc-banking niet. Hij vraagt zich af waarom de bank dit wel doet.

 

De verzoeker aanvaardt dat de bank zijn gegevens doorgeeft aan de IRS in het kader van de Fatca – wetgeving, maar volgens hem is zij niet verplicht om de cliënt volledig af te sluiten van zijn rekeningen.

 

Volgens hem misbruikt de bank Fatca om redenen in haar eigen belang en houdt zij geen rekening met de klant.

 

Pc-banking is het enige middel waarmee hij de verschillende rekeningen of producten kan opvolgen.

 

Indien de bank geen toegang tot pc-banking geeft aan de verzoeker, ziet hij zich verplicht om een einde te maken aan de klantenrelatie. Hij meent dat de kosten die hiermee gepaard gaan, zoals onder meer voor de transfer van effecten of verkoop van producten, door de bank ten laste moeten worden genomen aangezien het de bank is die het voor hem onmogelijk maakt om zijn rekeningen nog op een normale wijze op te volgen.

 

STANDPUNT VAN DE BANK

 

De cliënt gaat niet akkoord met de gevolgen van de Fatca-reglementering als gevolg van het feit dat hij in Amerika woont en werkt. De gevolgen van de Fatca-reglementering zijn namelijk: schrapping van de toegang tot pc-banking, geen briefwisseling van de bank mogen ontvangen en geen contact vanuit de bank met hem behalve als hij fysiek aan het loket komt.

 

De gevolgen maken dat de cliënt zijn verschillende producten bij de bank niet langer kan raadplegen.

 

De cliënt is in juni 2016 naar Amerika verhuisd, maar had dit niet onmiddellijk aan de bank meegedeeld. Pas in maart 2017 vraagt hij aan het kantoor om hem een overzicht te bezorgen van al zijn interesten en inkomsten voor 2016 voor aangifte IRS in Amerika. De bank heeft hem daarop gevraagd om mededeling van zijn officieel adres in Amerika. Ook wordt gevraagd om het document IRS W-9 en het ‘Attest Amerikaans ingezetene’ ingevuld terug te bezorgen. De klant heeft echter bepaalde zinnen in het document dat hij ondertekend terugbezorgde, geschrapt. De bank heeft hem gevraagd het document zonder schrappingen te ondertekenen, anders ziet zij zich genoodzaakt om de rekeningen van de klant te blokkeren. 

 

De bank dient de Fatca – reglementering en de US Policy strikt na te leven.

 

De Fatca wet beoogt de bestrijding van belastingontduiking. Deze wet werd in de Belgische wetgeving opgenomen. De Belgische banken dienen jaarlijks een reporting te geven over Amerikaanse klanten aan de belastingadministratie van de Verenigde Staten.

 

De US policy regelt het beleid van de bank om financiële producten en diensten aan te bieden aan Amerikaanse ingezetenen en burgers. Het betreft hier de Securities Exchange Act en de Invest Advisers Act. Deze Amerikaanse wetten regelen de controle op verrichtingen op effecten op Amerikaans grondgebied en de beleggingsadviezen waarbij gebruikt gemaakt wordt van communicatiemiddelen op Amerikaans grondgebied. De bank merkt op dat zij op dit moment niet erkend is als ‘broker’ op Amerikaans grondgebied en derhalve zich strafbaar maakt wanneer ze aan een Amerikaans ingezetene beleggingsadvies verstrekt. De voormelde wetten voorzien in hoge sancties. 

 

De bank stelt dat zij de klanten met binding met Amerika geen toegang kan geven tot pc-banking omdat deze klanten geen beleggingen mogen beheren en geen beleggingsadvies mogen ontvangen.

 

De bank beschikt over één systeem van pc-banking. Daar dit systeem de klanten toelaat om hun effectenrekening te beheren en er via dit kanaal ook publiciteit over beleggingen wordt gecommuniceerd aan de pc-bankinggebruikers, heeft de bank beslist om dit systeem in zijn geheel te blokkeren voor klanten met binding met Amerika.

 

De bank legt uit dat zij dit beslist heeft omdat zij een veel grotere internationale exposure heeft dan sommige andere Belgische grootbanken. Daarom dient zij de regelgeving in verband met Fatca en de US Policy zeer strikt te respecteren.

 

De bank kan niet ingaan op het verzoek van de klant om toegang te bekomen tot pc-banking, noch kan zij tegemoetkomen in de kosten die de overdracht van zijn tegoeden naar een andere bank of verkoop van zijn producten met zich meebrengt.

 

ADVIES VAN DE EXPERTEN[1]

 

Op basis van de gegevens van het dossier is het College van Experten van oordeel dat de bank de cliënt onvoldoende heeft geïnformeerd, meer bepaald dat zij aan de cliënt onvoldoende heeft gecommuniceerd over welke financiële zaken de cliënt nog wel in de USA kan verrichten en welke niet.

 

Voorts is het College van oordeel dat de bank verder gaat dan nodig is voor de naleving van de FATCA-reglementering doordat zij verhindert dat de cliënt nog via pc-banking zijn rekeningen en zijn beleggingsproducten kan opvolgen. Bij andere banken, waarvan mag worden aangenomen dat zij ook de FATCA-reglementering naleven, vormen die verrichtingen immers geen probleem voor cliënten die in de USA verblijven.

 

Het College respecteert deze beleidsbeslissing van de bank, maar is van oordeel dat, als de cliënt ten gevolge daarvan zijn rekeningen en beleggingsproducten niet meer kan raadplegen en zich genoodzaakt ziet om een einde te maken aan de bankrelatie en naar een andere bank over te stappen, de huidige bank van verzoeker rechtsmisbruik pleegt. Tussen twee wijzen van rechtsuitoefening die voor de bank eenzelfde voordeel opleveren, namelijk wel of niet via pc-banking haar contractuele rechten tegenover verzoeker laten gelden en daarover communiceren, kiest de bank immers die wijze van rechtsuitoefening die voor de wederpartij, in dit geval verzoeker, onevenredig grote schade berokkent.

 

De sanctie van rechtsmisbruik bestaat erin dat aan de abusieve rechtsuitoefening een einde wordt gemaakt en, als dat niet mogelijk is, dat de wederpartij vergoed wordt voor de schade die zij lijdt door deze abusieve rechtsuitoefening. In dit geval blijkt uit het dossier dat de bank niet bereid is om aan verzoeker toe te staan dat hij nog via pc-banking zijn rekeningen en zijn beleggingsproducten kan opvolgen. Door deze houding van de bank ziet verzoeker zich genoodzaakt om een einde te maken aan zijn bankrelatie en naar een andere bank over te stappen. Het College is van oordeel dat de bank, bij wege van schadeloosstelling voor haar abusieve rechtsuitoefening, de kosten moet dragen die verzoeker heeft bij de overstap naar een andere bank.

 

Het argument van de bank dat zij een veel grotere internationale exposure heeft dan sommige andere Belgische grootbanken, gaat niet op, omdat alle banken de FATCA-reglementering moeten naleven, ongeacht hun grootte.

 

BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN

 

Zoals het College heeft de Ombudsman begrip voor de beleidsbeslissing van de bank om geen toegang tot PC-banking te geven aan cliënten die in de USA verblijven. Deze beslissing werd genomen omwille van diverse wetgeving in de USA. De bank heeft beslist om zich strikt aan deze wetgeving te houden teneinde sancties te vermijden.

 

De Ombudsman meent dat de bank moet begrijpen dat haar beslissing zware gevolgen heeft voor de betrokken cliënten en dat zij deze cliënten moet toelaten om hun rekeningen over te maken naar een andere bank en dit zonder kosten.

 

De Ombudsman nodigt de bank uit om te bevestigen dat wanneer de cliënt beslist om naar een andere bank over te stappen dit kan zonder dat er hem kosten voor transfer van effecten of enige andere kost met betrekking tot het afsluiten van een rekening zal worden aangerekend.

 

De Ombudsman vraagt dat de bank hem binnen de 30 dagen haar standpunt bezorgt en houdt de cliënt hiervan op de hoogte.

 


[1] Het college van experten vond plaats op 20.06.2017, in aanwezigheid van de heer A. Van Oevelen, Voorzitter, mevrouw M-F Carlier, Vice-Voorzitter, mevrouw M. Mannès, mevrouw, N. Spruyt, de heer E. Struye en de heer J. Vannerom, Leden. Het advies is definitief goedgekeurd door de experten op  3.07.2017.