Vorige

Betalingen en betaalrekeningen – Zichtrekening (Algemeen) – Beëindiging/Afsluiting/Blokkering

2019.3549

THEMA

Betalingen en betaalrekeningen – Zichtrekening (Algemeen) – Beëindiging/Afsluiting/Blokkering

ADVIES

Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, Voorzitter ;
De heren J. Vannerom, R. Steennot, A. Guigui, leden
Mevrouw N. Spruyt, lid.

Datum : 17 december 2019


1. DE FEITEN
Verzoekster en haar vriend voerden in het verleden een gemeenschappelijke rekening, waarbij zij elk over een volmacht met betrekking tot de rekening beschikten. Op 21 december 2018 wordt de rekeningovereenkomst beëindigd door de (intussen ex-) vriend. Bij de beëindiging van de rekeningovereenkomst wordt als afleidingsrekening een rekening, die uitsluitend op naam van de vriend staat, vermeld.
Op 18 juni 2019 wordt het vakantiegeld van de klaagster gestort op de afleidingsrekening. De betalingsopdracht van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie vermeldde de intussen beëindigde rekening als te crediteren rekening.

De verzoekster vraagt aan de bank om het bedrag van het vakantiegeld aan haar over te maken.

2. STANDPUNT VAN DE BANK
De betaling aan de verzoekster is correct afgeleid naar de vermelde afleidingsrekening volgens de instructies van de cliënten, zodat de bank niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de mogelijke gevolgen. Het is aan de verzoekster om contact op te nemen met haar ex-vriend.

3. ADVIES VAN DE EXPERTEN
De bank heeft geen fout begaan bij de uitvoering van de overschrijvingsopdracht die door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie werd gegeven. Indien een overschrijvingsopdracht een intussen beëindigde rekening vermeldt als te crediteren rekening, dan voert de bank de betalingsopdracht correct uit indien de aan deze beëindigde rekening gekoppelde afleidingsrekening wordt gecrediteerd. Gewezen wordt ook op artikel VII.55/2 van het Wetboek Economisch Recht dat impliceert dat bij de uitvoering van een overschrijvingsopdracht de betalingsdienstaanbieder niet hoeft na te gaan of het rekeningnummer (in dit geval dat van de afleidingsrekening) en de naam van de begunstigde naar dezelfde persoon verwijzen.

De bank heeft daarentegen wel een fout begaan bij de beëindiging van de rekeningovereenkomst. Hoewel het correct is te stellen dat elk van beide rekeninghouders over een volmacht beschikt en derhalve alleen tot de beëindiging van de rekeningovereenkomst kan overgaan, dient een normaal zorgvuldig bankier zich bewust te zijn van de risico’s die een afleidingsrekening, die uitsluitend op naam van één van de titularissen van de beëindigde rekeningovereenkomst staat, creëert. In een dergelijk geval begaat de bank een fout, dit is overtreedt zij de algemene zorgvuldigheidsnorm, indien zij niet het akkoord vraagt van de rekeninghouder (die geen titularis is van de afleidingsrekening) om een afleidingsrekening uitsluitend op naam van de andere titularis te gebruiken. Met andere woorden, het akkoord is niet vereist voor de beëindiging van de rekeningovereenkomst, doch wel voor het gebruik van een afleidingsrekening die niet op naam staat van alle titularissen, die houder waren van de beëindigde rekeningovereenkomst.
De bank dient alle schade die in causaal verband staat tot deze fout te vergoeden. Meer concreet betekent dit dat zij een schadevergoeding verschuldigd is van 2070 euro, indien het bedrag niet bij de gecrediteerde kan worden gerecupereerd door de verzoekster.

4. BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN
De Ombudsman sluit zich aan bij het advies van het college.