Vorige

Hypothecair krediet.

2007.1817

 

THEMA

 

Hypothecair krediet.

 

ADVIES

 

Aanwezig :


De heren A. Van Oevelen, voorzitter;


Mevrouw L-M. Henrion, plaatsvervangend voorzitter;


De heren F. de Patoul, N. Claeys, L. Jansen, R. Jonckheere, Cl. Louis, leden.

 

Datum : 19 februari 2008

 

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

Verzoeker ondertekent een aanvraag tot woonkrediet op 08.06.2007 : duurtijd 30 jaar, rentevoet met driejaarlijkse herziening en eerste mogelijke herziening na zes jaar. In die aanvraag staat o.a. dat “De aanvragers verklaren kennis genomen te hebben van de prospectus van 20/02/2007, beschikbaar in alle agentschappen van de bank, alsook van het tarief van 12/03/2007…”.

 

De referte-index voor de veranderlijkheid van de rentevoet in het tarief van 12.03.2007 is die van februari 2007.

 

Verzoeker klaagt over het feit dat de bank niet de juiste referte-index zou hanteren. Het aanbod woonkrediet van de bank wordt door verzoeker ondertekend in de maand augustus 2007. Op dat ogenblik geldt het tarief van 11.06.2007 (met hogere rentevoeten), en de referte-index is die van mei 2007 (hoger dan die van februari 2007).

 

Hierbij gesteund door een medewerker op het agentschap van de bank, meent verzoeker dat het tarief geldig vóór 11.06.2007 moet gehanteerd worden, maar met de referte-index van mei 2007.

 

De bank stelt dat verzoeker zijn aanvraag heeft ingediend net vóór een tariefverhoging die plaatsvond op 11.06.2007. Hierdoor heeft hij een interessante rentevoet kunnen genieten, maar de keerzijde is dan wel dat met betrekking tot zijn aanvraag nog een referte-index geldt die minder interessant is dan de referte-index die na de tariefwijziging wordt toegepast. De bank begrijpt dat verzoeker beide voordelen wil genieten, maar ze kan niet afwijken van de voorgeschreven procedures.

 

De bank stelt verder dat in de aanvraag tot het bekomen van een woonkrediet, op 08.06.2007 door verzoeker ondertekend, duidelijk wordt verwezen naar de prospectus van 20.02.2007 en naar het tarief van 12.03.2007.

 

Op de tarievenfiche staat met betrekking tot de referte-index duidelijk vermeld dat het om de rentevoet van de OLO op 3 jaar van februari 2007 gaat.

 

Op de offerte staat de oorspronkelijke referte-index van februari vermeld.

 

Op de prospectus staat vermeld dat deze geldig is vanaf 20.02.2007.

 

Op verschillende plaatsen kon verzoeker kennis nemen van het feit dat de referte-index van februari 2007 van toepassing was. De bank is van mening dat verzoeker voldoende en correct was ingelicht omtrent de betrokken voorwaarde, en dat zijn klacht aldus niet gegrond is.

 

II. ADVIES VAN HET OMBUDSCOLLEGE

 

De wetgeving met betrekking tot hypothecair krediet bepaalt dat indien de veranderlijkheid van rentevoet overeengekomen werd, er maar één rentevoet mag zijn per kredietovereenkomst. De verandering van de rentevoet moet gebonden zijn aan de schommelingen van een referte-index, genomen in functie van de duur van de perioden van verandering van de rentevoet.

 

Voor de rentevoeten met driejaarlijkse veranderlijkheid moet als referte-index de OLO (lineaire obligatie uitgegeven door de Staat) op 3 jaar gehanteerd worden.

 

De hypotheekondernemingen onderworpen aan de controle van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen dienen de waarde van de referte-index te hanteren die voorkomt op hun tarieflijst van rentevoeten voor het desbetreffende type van krediet. Die waarde is die van de kalendermaand die voorafgaat aan de datum van dat tarief.

 

Het College stelt vast dat de bank deze wettelijk voorgeschreven verplichtingen correct heeft nageleefd.

 

De bank heeft via een medewerker een foutieve informatie aan verzoeker gegeven. Anderzijds, op verschillende documenten in het bezit van verzoeker, sommige hiervan door hem ondertekend, staan duidelijk tarief en referte-index vermeld. Hij kon niet tegelijkertijd aanspraak maken op een gunstiger tarief en een betere referte-index.

 

III. BESLUIT

 

Het College is van oordeel dat de klacht van verzoeker ontvankelijk is, maar niet gegrond.