Vorige

Sparen – Spaarrekening – Beëindiging/Afsluiting

 

2016.1107

 

THEMA

 

Sparen – Spaarrekening – Beëindiging/Afsluiting

 

ADVIES

 

Aanwezig:
De heer A. Van Oevelen, Voorzitter;

Mevrouw M.-F. Carlier, ondervoorzitter

De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, L. Jansen, leden

Mevrouwen N. Spruyt, M. Mannès, leden.

 

Datum : 20 december 2016

 

1.         DE FEITEN

 

In maart 2015 heeft de verzoeker een nieuwe rekening geopend bij het kantoor van de bank X.

 

Begin april 2015 gaf hij aan de bank X de opdracht om zijn spaarrekening bij de bank Y af te sluiten en een bedrag van 11.800,85 euro over te schrijven naar zijn nieuwe rekening bij de bank X. Deze laatste heeft aanvaard om deze opdracht uit te voeren en heeft een niet-aangetekende brief verzonden aan de bank Y, met het verzoek om dit bedrag over te schrijven op de rekening van verzoeker bij de bank X.

 

Naar alle waarschijnlijkheid werd deze brief onderschept door een fraudeur, die het rekeningnummer van de begunstigde verwisselde met een rekeningnummer bij de bank Z. Bovenaan deze brief staat niet de naam van de verzoeker vermeld, maar wel die van een andere persoon. De bank Y heeft de rekening van verzoeker afgesloten en het bedrag van 11.800,85 euro overgeschreven op de rekening van de vermoedelijke fraudeur. Op de kopie van de bankkaart van de bank Z is dezelfde fout begaan in de schrijfwijze van de naam van verzoeker.

 

Verzoeker heeft op 27 april 2015 bij de lokale politie te Turnhout klacht neergelegd, maar het strafonderzoek is nog lopende. Aangezien het hier gaat om een opsporingsonderzoek en niet om een gerechtelijk onderzoek, is door deze klacht de zaak niet aanhangig bij de onderzoeksrechter en evenmin bij de correctionele rechtbank, zodat Ombudsfin bevoegd is om deze klacht te onderzoeken.

 

De verzoeker is van oordeel dat de bank X aansprakelijk is voor het door hem geleden verlies, omdat deze bank de taak op zich had genomen om gelden te transfereren van de spaarrekening bij bank Y naar zijn rekening bij de bank X. Naar zijn oordeel is de bank X onzorgvuldig geweest door deze opdracht met een gewone brief door te geven in plaats van met een aangetekende brief.

 

2.         STANDPUNT VAN DE BANK

 

De bank X  is van oordeel dat zij geen fout heeft begaan en geen aansprakelijkheid draagt in deze zaak, omdat (a) niet kan aangetoond worden dat de fraude niet gepleegd zou zijn als de brief wel aangetekend was verzonden; (b) het niet uitgesloten is dat de fraude bij de bank Y of bij BPost gebeurd zou zijn. De brief werd immers verzonden met het logo van de bank X. Bovendien wijst de bank X  erop dat het hier niet gaat om een bankoverstap die betrekking heeft op de zichtrekening, en dat er voor de opdracht tot overschrijving van de spaarrekening geen specifieke procedure gevolgd moest worden.

 

3.         ADVIES VAN DE EXPERTEN[1]

 

Aangezien de bank X in dit geval op verzoek van verzoeker had aanvaard om te zorgen voor de overschrijving van het bedrag van 11.800,85 euro van de spaarrekening van verzoeker bij de bank Y naar een rekening bij de bank X, heeft laatstgenoemde bank ten opzichte van verzoeker een resultaatsverbintenis op zich genomen. Aangezien het door de bank X beloofde resultaat niet bereikt werd, is deze bank ten opzichte van verzoeker aansprakelijk voor de schade die verzoeker hierdoor heeft geleden, behalve als de bank X kan aantonen dat het niet bereiken van dit resultaat te wijten is aan een haar niet toerekenbare overmacht. De hierboven in punt I, 3 vermelde argumenten die de bank X aanvoert, vormen voor haar geen bevrijdende overmacht, zodat de bank X er niet in slaagt om het op haar rustende tegenbewijs te leveren om bevrijd te zijn van haar aansprakelijkheid ten opzichte van verzoeker.

 

Het College van Experten verzoekt de bank X dan ook om een bedrag van 11.800,85 euro over te schrijven naar de rekening van verzoeker, vermeerderd met de verwijlinteresten, berekend aan de wettelijke rentevoet, vanaf 27 april 2015, tot aan de volledige terugbetaling. De datum van 27 april 2015 wordt gekozen als aanvangspunt voor het lopen van de verwijlinteresten, omdat dit de dag is waarop verzoeker bij de lokale politie te Turnhout een klacht heeft neergelegd.

 

Het bovenstaande staat er niet aan in de weg dat de bank X, na verzoeker volledig te hebben uitbetaald zoals hierboven bepaald, zich via een subrogatoire kwijting laat subrogeren in de rechten van verzoeker.

 

Om de hierboven in dit advies vermelde redenen is het College van Experten van oordeel dat de klacht van verzoeker ontvankelijk en gegrond is.

 

4.         BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN

 

De Ombudsman heeft kennisgenomen van het advies van het College en sluit zich hierbij aan.

 

De Ombudsman nodigt de bank uit om de som van 11.800,85 EUR vermeerderd met de interesten over te maken op de rekening van de verzoeker.

 

De adviezen van Ombudsfin zijn niet bindend voor de partijen. De Ombudsman maakt zijn advies ook over aan de bank en vraagt haar om hem binnen de 30 dagen mee te delen of zij dit advies volgt.

 

 


[1] Het college van experten vond plaats op 20.12.2016, in aanwezigheid van de heer A. Van Oevelen, voorzitter, mevrouw M.F. Carlier, vice-voorzitter,  en de leden mevrouw M. Mannès, mevrouw N. Spruyt , de heer F. de Patoul, de heer E. Struye en de heer L. Jansen.  Het advies is definitief goedgekeurd door de experten op 9.01.2017.