Vorige

Aankoop van zilver – geen vermelding van de BTW – nietigheid van de overeenkomst.

 

2012.0422

 

THEMA

 

Aankoop van zilver – geen vermelding van de BTW – nietigheid van de overeenkomst.

 

ADVIES

 

Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, voorzitter;
Mevrouw M.-F. Carlier, plaatsvervangend voorzitter
De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, N. Claeys, L. Jansen, leden
Mevrouw M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 16 oktober 2012

 

 

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

Op 22 december 2011 ondertekende verzoeker vier aankooporders voor de aankoop, bij de bank, van telkens vijf staven van 1 kg zilver, fysiek te leveren in het bankkantoor. Op deze aankooporders staat vermeld “Prijs per eenheid : 735,74 EUR” en “Te betalen door de cliënt : 4.451,23 EUR”.

 

Op deze aankooporders wordt bij de vermelding van de eenheidsprijs niet aangegeven dat er nog 21% BTW moet worden aangerekend. In het totaal te betalen bedrag zit wel 21% BTW vervat.

 

In zijn brief aan de Bemiddelingsdienst Banken – Kredieten - Beleggingen van 2 maart 2012 meldt verzoeker dat, toen hij vernam dat hij op deze aankoop BTW verschuldigd was, hij aan de kantoorhouder heeft meegedeeld dat, als deze hem correct geïnformeerd zou hebben, hij deze aankoop niet zou hebben gedaan. Ter compensatie van de bijkomende kost van de verschuldigde BTW, stuurde de bank aan verzoeker vier filmtickets, maar deze werden door hem geweigerd. Verzoeker vraagt dat hij volledig vergoed wordt voor de door hem geleden schade.

 

De bank is van oordeel dat zij geen fout heeft begaan, omdat op de aankooporders in het bedrag vermeld onder “Te betalen door de cliënt” de BTW wel vervat zit en de verzoeker door het plaatsen van zijn handtekening zich hiermee akkoord heeft verklaard. De bank erkent wel dat bij de vermelding van de eenheidsprijs niet woordelijk vermeld staat dat er 21% BTW verschuldigd is.

 

II. ADVIES VAN HET BEMIDDELINGSCOLLEGE

 

Artikel 5, § 1, eerste lid, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming schrijft voor dat, behalve bij openbare verkoop, elke onderneming die aan de consument goederen te koop aanbiedt, de prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig moet aanduiden. Het te koop aanbieden van zilver valt onder toepassing van deze bepaling, aangezien artikel 2, 5°, van dezelfde wet verduidelijkt dat, voor de toepassing van deze wet, onder “goederen” wordt verstaan : “alle lichamelijke roerende zaken”. Artikel 6 van dezelfde wet bepaalt dat de aangeboden prijs de door de consument totaal te betalen prijs moet zijn, waaronder de BTW begrepen is.

 

In dit geval heeft de bank op de aankooporders bij de vermelding van de eenheidsprijs niet aangegeven dat er nog 21% BTW moet worden aangerekend, zodat niet voldaan is aan de zojuist vermelde prijsaanduidingsvoorschriften.

 

In zijn brief aan de Bemiddelingsdienst Banken – Krediet – Beleggingen van 2 maart 2012 heeft verzoeker meegedeeld dat, als de kantoorhouder hem bij de ondertekening van de aankooporders had meegedeeld dat de eenheidsprijs nog verhoogd moest worden met de BTW, hij deze koopovereenkomst niet zou hebben gesloten. Het College leidt hieruit af dat het niet meer verschuldigd zijn van BTW op de aangeduide eenheidsprijs voor verzoeker een doorslaggevende reden was om deze overeenkomst te sluiten. Nu hij op deze aankoop toch BTW verschuldigd is, heeft hij een essentiële dwaling begaan die voor hem, als leek, als verschoonbaar moet worden beschouwd. Het gevolg hiervan is dat de overeenkomst nietig moet worden verklaard en dat de partijen moeten worden teruggeplaatst in de toestand alsof er nooit een overeenkomst is gesloten. Verzoeker dient bijgevolg de door hem aangekochte staven zilver terug te geven en de bank moet de door haar ontvangen prijs terugbetalen.

 

III. BESLUIT

 

De klacht van verzoeker is ontvankelijk en gegrond : aan verzoeker wordt gevraagd om de door hem aangekochte staven zilver terug te geven op het kantoor van de bank; aan de bank wordt gevraagd om de prijs die zij voor de verkoop van deze staven zilver heeft ontvangen, aan verzoeker terug te betalen.

 

De bank heeft het advies van het College niet gevolgd.