Vorige

Hypothecaire kredietopening, niet opgenomen laatste schijf, informatieplicht.

2011.0016

 

THEMA

 

Hypothecaire kredietopening, niet opgenomen laatste schijf, informatieplicht.

 

ADVIES

 

Aanwezig :


De heren A. Van Oevelen, voorzitter;


Mevrouw M.-F. Carlier, plaatsvervangend voorzitter


De heren P. Drogné, N. Claeys, L. Jansen, W. Van Cauwelaert, C.-G. Winandy, leden.

 

Datum : 12 juli 2011

 

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

Bij notariële akte van 16 juli 2008 werd door de bank aan verzoeker een hypothecair krediet toegekend voor een bedrag van 106.750 euro met het oog op de aankoop en de verbouwing van een woning.

 

Een eerste schijf van 96.750 euro, bestemd voor de aankoop van de woning, werd door verzoeker onmiddellijk opgenomen. Het saldo, zijnde 10.000 euro, bestemd voor de verbouwing van de woning, wordt toegekend in schijven van minimum 2.500 euro naargelang de vooruitgang van de werken en tegen voorlegging van facturen of andere bewijsstukken.

 

In augustus 2008 ontvangt verzoeker een eerste betaling van 2.797 euro, op 19 januari 2009 een tweede betaling ten bedrage van 6.907 euro.

 

De opname van de laatste schijf, ten bedrage van nog slechts 296 euro, gebeurde op 14 april 2010.

 

Verzoeker zet uiteen dat hij deze laatste schijf reeds vroeger had willen opnemen, maar dat een kantoormedewerker hem had gezegd dat dit enkel kon op basis van voorlegging van facturen. Later bleek dat de opname van deze laatste schijf wel kon zonder voorlegging van een factuur, gelet op het beperkte bedrag.

 

Ten gevolge van de weigering van de bank om de laatste schijf vroeger vrij te geven betaalde verzoeker gedurende vijftien maanden interesten voor een totaal bedrag van 6.864,44 euro en geen aflossing van kapitaal. Hij vraagt nu om deze interesten van de bank te kunnen recupereren.

 

De bank weigert hierop in te gaan omdat volgens artikel 2 van de kredietakte voor de vrijgave van elke schijf een factuur moet worden voorgelegd. Bovendien wijst de bank erop dat deze kredietovereenkomst onder het toepassingsgebied valt van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, wat meebrengt dat de bank erop moet toezien dat het toegekende krediet wel degelijk wordt aangewend voor een onroerend goed. Om die reden eist de bank bij iedere geldopname de voorlegging van een factuur.

 

II. ADVIES VAN HET BEMIDDELINGSCOLLEGE

 

Het College stelt enerzijds vast dat volgens artikel 2 van de kredietakte voor de vrijgave van elke schijf een factuur moet worden voorgelegd. Deze regel geldt ook voor de laatste schijf van 296 euro.

 

Anderzijds had verzoeker, gelet op het kleine restsaldo van het krediet, er misschien beter aan gedaan om afstand te doen van de opneming van deze laatste schijf. In artikel 2, vierde lid, van de kredietakte wordt uitdrukkelijk bepaald dat de opnemingen worden stopgezet op het einde van de maand waarin de ontlener schriftelijk afstand doet van de opneming van het saldo.

 

Het College is van oordeel dat de bank, door de verzoeker niet te hebben gewezen op deze mogelijkheid, is tekortgeschoten aan haar contractuele informatieverplichting, die voortvloeit uit haar verbintenis om de kredietovereenkomst te goeder trouw uit te voeren (artikel 1134, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek). Redelijkerwijze mag worden aangenomen dat, als verzoeker op de hoogte was geweest van deze mogelijkheid, hij hiervan gebruik zou hebben gemaakt. De door verzoeker geleden schade vindt dus haar oorzaak in deze contractuele tekortkoming van de bank.

 

Het aan verzoeker toe te kennen schadeherstel bestaat erin dat hij moet worden teruggeplaatst in de toestand waarin hij zich zou hebben bevonden alsof het krediet volledig zou zijn opgenomen in januari 2009.  De bank dient hiervoor de nodige berekeningen uit te voeren.

 

III. BESLUIT

 

De klacht van verzoeker is ontvankelijk en gegrond. Het College verzoekt de bank verzoeker terug te plaatsen in de toestand waarin hij zich bevonden zou hebben alsof het krediet volledig zou zijn opgenomen in januari 2009 en hiervoor de nodige berekeningen uit te voeren.

 

De bank heeft het advies van het College gevolgd.