2011.1808

 

THEMA

 

Kredietopening gedekt door een hypotheek.

 

ADVIES

 

Aanwezig :

De heren A. Van Oevelen, voorzitter;

Mevrouw M.-F. Carlier, plaatsvervangend voorzitter

De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, N. Claeys, L. Jansen, leden

Mevrouw M. Mannès, N. Spruyt, leden.

 

Datum : 17 april 2012

I. DE FEITEN, HET VOORWERP VAN DE BETWISTING EN DE STANDPUNTEN VAN DE PARTIJEN

 

Verzoekers hebben bij de bank samen een kredietopening aangegaan, die gedekt is door een hypotheek op een huis gelegen te Tervuren dat het eigendom van één van verzoekers.

 

Verzoekers hebben het huis verkocht en de bank heeft de terugbetaling gevraagd niet alleen van het saldo van het hypothecaire voorschot op naam van beide verzoekers, maar ook van een beroepskrediet en een zakelijke kredietkaart op naam van de verzoeker die geen eigenaar is van de gehypothekeerde woning.

 

Verzoekers zijn van oordeel dat de verbintenissen aangegaan door degene die niet de eigenaar van het huis is, niet mogen terugbetaald worden met de verkoopprijs van het huis, vermits de hypotheek deze verbintenissen niet zou waarborgen, daar zij met scheiding van goederen zijn gehuwd.

 

De bank rechtvaardigt haar afrekening op grond van artikel V van de akte van hypothecaire kredietopening op naam van beide verzoekers, dat bepaalt dat alle verbintenissen van de kredietnemers, gezamenlijk of afzonderlijk handelend, toerekenbaar zijn op de kredietopening en dus bijgevolg gedekt zijn door de toegestane hypotheek op de woning.

 

II. ADVIES VAN HET BEMIDDELINGSCOLLEGE

 

De bank heeft meegedeeld dat alle verbintenissen van verzoekers ondertussen aangezuiverd zijn. Onderhavig advies is bijgevolg slechts van principiële aard.

 

Het College stelt vast dat de bank aan beide verzoekers een kredietopening heeft toegestaan, gedekt door een hypotheek onderworpen aan de wet van 4 augustus 1992.

 

De akte van kredietopening bevat in artikel V een clausule van aanrekening van alle verbintenissen: met andere woorden de bank heeft het recht om alle verbintenissen die al dan niet aangegaan zijn door beide kredietnemers of slechts door één van hen, ongeacht of deze verbintenissen een privé of professioneel karakter hebben, op de kredietopening aan te rekenen.

 

Dit impliceert eveneens dat alle aangerekende verbintenissen gedekt zijn door de toegestane hypotheek in toepassing van het algemene principe van hypotheek voor alle sommen, bekrachtigd door artikel 51 van de wet van 4 augustus 1992 en weergegeven in artikel IV van hoger vermelde akte van kredietopening.

 

Het feit dat verzoekers met scheiding van goederen zijn gehuwd, belet niet dat een persoonlijke schuld van één van hen, niet-eigenaar van het huis, ook met de prijs van de verkoop kan worden terugbetaald, daar beide verzoekers de akte van kredietopening hebben ondertekend, waardoor al hun persoonlijke schulden "aanrekenbaar" zijn geworden op de kredietopening met hypotheek.

 

Het feit dat de persoonlijke schuld van één van verzoekers een professioneel karakter heeft, belet evenmin dat deze door de toegestane hypotheek zou gedekt zijn. Overeenkomstig de wet van 4 augustus 1992 vallen ook beroepsschulden, en niet enkel privé-schulden, onder haar toepassingsgebied.

 

In ondergeschikte orde stelt het College vast dat de schuld uit hoofde van het beroepskrediet op naam van één van de verzoekers gedekt is door een privé-borgstelling van de andere verzoeker; deze borgstelling is vanzelfsprekend aanrekenbaar op de kredietopening, zodat de vraag nopens het al dan niet beperken van de kredietopening tot "enkel" privé-schulden van verzoekers, niet langer aan de orde is.

 

III. BESLUIT

 

De klacht van verzoekers naar de bank toe is ontvankelijk, doch ongegrond.