2015.2838
THEMA
Verloren papieren effecten
ADVIES
Aanwezig :
De heer A. Van Oevelen, voorzitter;
Mevrouw M.-F. Carlier, ondervoorzitster;
De heren F. de Patoul, E. Struye de Swielande, L. Jansen, leden
Mevrouwen M. Mannès, N. Spruyt, leden.
Datum : 19 april 2016
1. DE FEITEN
In juli 2004 heeft de in 2011 overleden echtgenoot van verzoekster voor een bedrag van 15.000 euro ingeschreven op 15 deelbewijzen aan toonder van een BEVEK (Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal), die op vervaldag kwamen begin 2010. De echtgenoot had indertijd op het inschrijvingsborderel aangegeven een materiële levering van de deelbewijzen te verkiezen.
Op 25 oktober 2004 zouden de deelbewijzen effectief afgegeven zijn aan de echtgenoot van verzoekster, die voor ontvangst heeft getekend.
Einde 2005 blijkt de echtgenoot van verzoekster de stukken niet meer te kunnen terugvinden.
Begin 2006 helpt de bankagent de verzoekster bij het opstellen van een brief aan het Nationaal Kantoor voor Roerende Waarden, teneinde verzet aan te tekenen op de titels. De echtgenoot van verzoekster heeft de brief wel ondertekend, maar niet verzonden, waardoor dus nooit verzet op de deelbewijzen is gedaan.
Pas in 2015 ontvangt de bank klachten van de verzoekster en haar advocaat, waarbij enerzijds de authenticiteit van de handtekening van de echtgenoot op het ontvangstbewijs en dus de effectieve levering wordt betwist, en anderzijds fouten aan de bank worden aangewreven, zoals het niet verzenden van de brief aan het Nationaal Kantoor voor Roerende Waarden.
2. STANDPUNT VAN DE BANK
Het onderzoek dat de bank heeft ingesteld, heeft geen onregelmatigheden aan het licht gebracht.
3. ADVIES VAN DE EXPERTEN
Het College van Experten stelt vooreerst vast dat vele jaren zijn verstreken sedert de betwiste feiten, vooraleer klacht is neergelegd. Hierdoor is de mogelijke rechtsvordering wegens de niet-effectieve levering van de effecten in 2004 alvast verjaard.
Bovendien heeft de echtgenoot van verzoekster, door zijn handtekening, waarvan de authenticiteit niet wordt betwist, te plaatsen op de brief aan het Nationaal Kantoor voor Roerende Waarden, erkend dat de titels effectief waren geleverd, maar naderhand verloren werden.
Wat de vermeende fouten van de bank betreft, is het College van Experten van oordeel dat de bank geen fout heeft begaan. De bankagent heeft de echtgenoot van verzoekster bijgestaan bij de opstelling van een ontwerpbrief aan het Nationaal Kantoor voor Roerende Waarden, maar het initiatief om de brief effectief te verzenden en het verzet op te volgen, berustte bij de verzoeker.
Ten slotte wenst het College van Experten te vermelden dat de deelbewijzen aan toonder in kwestie sinds 1 januari 2014 van rechtswege omgezet zijn in gedematerialiseerde effecten krachtens de wet van 14 december 2005.
Overeenkomstig de wet van 21 december 2013, die de wet van 24 juli 1921 op de ongewilde buitenbezitstelling van titels aan toonder en voormelde wet van 14 december 2005 heeft gewijzigd, zijn deze gedematerialiseerde effecten neergelegd bij de Deposito- en Consignatiekas. Ze kunnen maar teruggegeven worden aan een persoon die beweert rechthebbende te zijn, mits de effecten in hun oorspronkelijke papieren vorm aan de Deposito- en Consignatiekas worden geleverd. Overigens is de persoon die een teruggave vraagt een boete verschuldigd, die berekend wordt per jaar achterstand vanaf 1 januari 2016. Het bedrag van deze boete is per jaar achterstand gelijk aan 10 % van het bedrag of van de tegenwaarde van de effecten die het voorwerp zijn van de vraag om teruggave.
4. BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN
De Ombudsman sluit zich aan bij de vaststellingen en besluiten van het College van experten. Na grondig onderzoek van het dossier, moet de Ombudsman ook besluiten dat er geen fout in hoofde van de bank kan worden weerhouden.
Enkel via fysieke voorlegging van de papieren effecten aan de Deposito- en Consignatiekas kan de verzoekster zijn rechten nog laten gelden.