Vorige

Andere, Nalatenschappen

2021.4403

THEMA

Andere, Nalatenschappen

ADVIES

Aanwezig :

Mevrouw Françoise Sweerts, voorzitter
De heren J. Vannerom, R. Steennot, A. Guigui, P D’Haen, P.François, leden.

Datum : 15 november 2022

1. KLACHT
Op vrijdag 26 maart 2021 neemt klager als volmachthouder van de titularis van een effectenrekening tweemaal telefonisch contact op met de bank, met de vraag om de effectenportefeuille van de titularis (vader) over te zetten naar zijn persoonlijke rekening (zoon). De vraag is ingegeven door de snel verslechterende gezondheidstoestand van de titularis en met het oog op het vermijden van het verschuldigd zijn van successierechten op de effectenportefeuille.
Een eerste telefoongesprek vindt plaats op vrijdag 26 maart 2021, 10.50 uur. Tijdens dit gesprek worden tussen de klager als volmachthouder (zoon) en de medewerker van de bank verschillende mogelijkheden besproken om een schenking te realiseren. In de loop van de namiddag (15.40 uur) worden door de titularis en de volmachthouder de schenkingsdocumenten opgemaakt. Een eerste document bevat de wil van de vader om de effectenportefeuille aan zijn zoon te schenken. Een tweede document bevat de aanvaarding van deze schenking door de zoon. Om 16.46 uur (26/3/2021) volgt een nieuw gesprek met een (andere) medewerker van de bank, waarin wordt gesproken over het overmaken van de schenkingsdocumenten om de overdracht van de effectenportefeuille te realiseren.
De schenkingsdocumenten worden door de zoon op zaterdag 27 maart 2021 via e-mail aan de bank bezorgd. Op maandag 29 maart 2021 is er een nieuw telefonisch onderhoud tussen een medewerker van de bank en de zoon waarin er op gewezen wordt dat de titularis (vader) de opdracht tot overdracht van de effecten zelf moet tekenen om de overdracht van de effectenportefeuille te kunnen doorvoeren. Dit is evenwel niet meer mogelijk aangezien de titularis intussen (zondag) in comateuze toestand is gebracht (hetgeen ook een call back van de bank naar de titularis verhindert).
Enkele dagen later (4 april 2021) overlijdt de titularis. Hoewel de schenking reeds werd geregistreerd op het registratiekantoor, wordt deze door VLABEL uiteindelijk niet aanvaard en zijn volgens VLABEL successierechten verschuldigd.
De klager verwijt de bank op vrijdag 26 maart 2021 niet te zijn overgegaan tot de uitvoering van zijn opdracht om het effectendossier van zijn vader over te zetten naar zijn eigen rekening, dit ondanks het feit dat hij over een volmacht op de rekeningen van zijn vader beschikte. Dit zou hem benadeeld hebben omdat in plaats van lagere registratierechten hogere successierechten betaald dienden te worden. Hoewel VLABEL in eerste instantie de registratie van de schenking aanvaardde, erkende het de schenking uiteindelijk niet, dit omdat de effectenrekening zich bevond op de fiscale lijst ingediend door de bank.
2. STANDPUNT VAN DE BANK

De bank heeft op maandag 29 maart 2021 de mail ontvangen die aan de klager is verzonden op zaterdag 27 maart 2021. In bijlage van de mail bevinden zich de documenten “Intentieverklaring tot schenking” opgesteld op vrijdag 26 maart 2021 en ondertekend door de vader en schenker en “aanvaarding” eveneens opgemaakt op 26 maart 2021 en ondertekend door de klager (zoon en begiftigde).
Deze beide documenten hebben betrekking op een regeling tussen de partijen vader en zoon waarbij enerzijds de vader zijn intentie uitdrukt ten opzichte van zijn zoon om een bankgift tot stand te willen brengen en zijn volledige effectenportefeuille bij de bank over te dragen naar de effectenportefeuille van zijn zoon, eveneens cliënt bij de bank. Anderzijds heeft klager de schenking aanvaard. Binnen deze regeling tussen vader en zoon (intentieverklaring en aanvaarding) is de bank geen betrokken partij. De intentieverklaring van de vader en de aanvaarding van de klager bevatten geen instructie gericht aan de bank.
Er dient opgemerkt te worden dat de bankgift een onrechtstreekse schenking is. Dergelijke schenkingen vereisen een neutrale rechtshandeling door de schenker (nl. de overschrijving) waardoor de eigendomsrechten definitief en onherroepelijk worden overgedragen.
Na de intentiebrief dient de schenker de schenking dus nog daadwerkelijk uit te voeren door aan de bank zijn duidelijke instructie te bezorgen waarin hij de bank de opdracht geeft om de totale inhoud van de effectenportefeuille bij de bank op naam van de vader met nummer XYZ over te dragen naar de effectenportefeuille met nummer ABC op naam van de zoon, eveneens cliënt bij deze bank.
Gezien de snel verslechterende gezondheidstoestand van de vader heeft de bank geen dergelijke getekende instructie van hem ontvangen en is de overdracht van de effecten door de bank niet uitgevoerd.
Klager verwijst naar de volmacht die hij had op de rekeningen van zijn vader waardoor hij als volmachthouder dezelfde handelingen kan stellen zoals de titularis met betrekking tot de door de bank aangeboden diensten, inclusief de transfert van effecten. Bijgevolg is hij van mening dat de bank gezien deze volmacht zijn instructie tot overdracht van de effecten had kunnen uitvoeren.
De bank heeft zijn onrechtstreekse instructies in zijn mail van 27 maart 2021 niet uitgevoerd rekening houdend met de volgende elementen:
- Er is sprake van een potentieel belangenvermenging aangezien de instructie tot overdracht wordt gegeven door de klager, die volmacht heeft op de rekeningen van zijn vader en daarenboven de begunstigde is van de schenking.
- Bovendien dooft een bancaire volmacht van rechtswege uit van zodra de titularis overlijdt of wilsonbekwaam wordt. De vader is zaterdagnacht in coma gebracht waaruit hij niet meer is ontwaakt.
- Ten slotte aanvaardt de bank geen instructies per mail, enkel per ondertekende brief of in het kantoor.
Met betrekking tot instructies per mail verwijst de bank naar artikel 35.2 van het Algemeen Reglement der Verrichtingen:
“De Bank aanvaardt instructies per post en aan het loket. Ze aanvaardt ook instructies per Online Banking, Mobile Banking, telefoon en/of fax, desgevallend dient daartoe een specifieke overeenkomst te worden gesloten. Tevens, binnen het wettelijk kader, aanvaardt de Bank ook betaalorders en instructies door de Cliënt geïnitieerd via Derde Betalingsdienstaanbieders, zoals gedefinieerd in het Algemeen Reglement van de Betalingsdiensten en -Instrumenten. De bank aanvaardt geen instructies per elektronische post (e-mail) om voor de hand liggende veiligheidsredenen.”
Zijn kantoor heeft hem dan ook de eerstvolgende werkdag (maandag 29 maart 2021) geïnformeerd dat er een getekende instructie van zijn vader nodig was om de transfert te kunnen uitvoeren. Het kantoor heeft het desbetreffende document “Aanvraag voor interne transfert binnen de bank” laten opmaken en ter beschikking gesteld aan hem ter ondertekening door zijn vader. Dit document is nooit door de vader kunnen worden ondertekend.
Volgens de klager heeft het kantoor nagelaten deze informatie reeds te bezorgen tijdens het gesprek van vrijdag 26 maart 2021. Echter, zelfs indien de bank tijdens het weekend een getekend document van de vader had ontvangen met zijn instructie tot overdracht, had de bank de instructie niet kunnen uitvoeren. Conform de interne procedures zal de bank voor elke (per post) ontvangen geschreven instructie die door de titularis niet in het kantoor is ondertekend in het bijzijn van een bankmedewerker, de geldigheid van de instructie verifiëren met de opdrachtgever door een “call back” uit te voeren naar de opdrachtgever. Bijgevolg had de bank ten vroegste op maandag 29 maart 2021 (de eerstvolgende werkdag) de vader kunnen contacteren. Gezien de reeds comateuze toestand van de vader op maandag 29 maart 2021 zou het niet meer mogelijk zijn geweest om de instructie bij hem te verifiëren.
Aangezien de bank geen duidelijke getekende instructie heeft ontvangen van de vader is de overdracht van de effecten uit de effectenportefeuille op zijn naam naar de effectenportefeuille op naam van de zoon niet uitgevoerd en werd de effectenportefeuille correct opgenomen in de fiscale aangifte die door de bank op 20 april 2021 aan de Administratie werd bezorgd in het kader van de nalatenschap van wijlen de vader.
De bank heeft begrepen dat hierdoor de Administratie de beoogde schenking via bankgift waarop reeds schenkingsrechten waren betaald niet heeft erkend met als gevolg dat de klager een aanzienlijk hoger bedrag aan erfbelasting heeft moeten betalen.
Klager wenste een bezwaarschrift in te dienen op basis van de attestering van de bank dat 1/ de fiscale aangifte foutief was en/of 2/ dat de opdracht tot overdracht reeds was gegeven voor het overlijden van zijn vader. De bank kon geen gevolg geven aan deze vraag aangezien 1/ de bank niet kan afwijken van de opgestuurde fiscale aangifte en 2/ de bank geen duidelijke getekende instructie heeft ontvangen van de schenker. Bijgevolg kon de bank enkel bevestigen dat 1/ op basis van de ontvangen documenten er de intentie bestond om een schenking te doen tussen vader en zoon van de effectenportefeuille via een bankgift en 2/ de instructie tot overdracht door de bank werd opgesteld ter ondertekening door de schenker.
De bank begrijpt dat de klager zich bewust was van de standaardprocedure voor het organiseren van een bankgift maar dat hij na overleg met zijn notaris voor een afwijkende manier van werken had geopteerd, gezien de hoogdringendheid van de situatie. De bank betreurt dat de Administratie van mening is dat er geen rechtsgeldige schenking heeft plaatsgevonden. De Bank stelt vast dat alle betrokken partijen in snelheid werden genomen door de snel verslechterende gezondheidstoestand van de vader waardoor de bankgift niet meer op een correcte en tijdige manier kon worden uitgevoerd.
Gelet op het bovenstaande is de Bank van mening dat zij niet aan de basis ligt van de uiteindelijk hogere erfbelasting maar dat de verwerping het gevolg is van het feit dat de bankgift door de comateuze toestand van de vader niet tijdig en conform de vereisten voor een bankgift kon worden uitgevoerd.
De bank heeft immers gehandeld in het belang van de titularis en schenker, de vader, en acht daarom een schadevergoeding niet gegrond.
De bank merkt hierbij op dat een schenking per notariële akte en/of het bestaan van een zorgvolmacht de gevolgen van een niet-correct uitgevoerde bankgift had kunnen voorkomen.
3. ADVIES VAN DE EXPERTEN
De realisatie van een onrechtstreekse schenking van effecten vergt de overdracht van deze effecten en de vaststelling van het oogmerk om te schenken.
Opdat de bank aansprakelijk gesteld kan worden, dient vooreerst een fout van de bank te worden bewezen.
Naar het oordeel van het college van experten heeft de bank geen fout begaan door op vraag van de volmachthouder op vrijdag 26 maart 2021 niet over te gaan tot de uitvoering van de opdracht tot overdracht van de effecten. Het college houdt daarbij in het bijzonder rekening met de volgende elementen:
- Een bank dient zich kritisch op te stellen wanneer zij geconfronteerd wordt met een opdracht door de volmachthouder om effecten (of gelden) over te maken op zijn persoonlijke rekening, dit omwille van potentiële belangenvermenging bij dergelijke opdrachten.
- De aan de bank via e-mail overgemaakte documenten stellen weliswaar de wil vast van de schenker en van de begiftigde om respectievelijk de schenking te verrichten en de schenking te aanvaarden (en bepalen hoe de schenking verricht zal worden), doch deze documenten houden geen rechtstreekse opdracht in ten aanzien van de bank om de effecten over te boeken naar de rekening van de volmachthouder. Bovendien werden deze documenten betreffende de schenking maar opgemaakt op vrijdag 26 maart 2021, 15.40 uur en door de bank pas op zaterdag 27 maart 2021 via e-mail ontvangen. De bank kon deze documenten dus pas op de eerstvolgende werkdag (maandag 29 maart 2021) verwerken.
- Op dat ogenblik kon de bank de intern voorzien call-back procedure (die moet verzekeren dat een via de post/e-mail overgemaakte overboekingsopdracht die niet is ondertekend in het bijzijn van een bankmedewerker strookt met intenties van de titularis) niet meer toepassen, dit gelet op de comateuze toestand waarin de titularis zich sedert zondag 28 maart 2021 bevond.
- Op het tijdstip waarop de titularis in comateuze toestand is gebracht, wordt de cliënt wilsonbekwaam en eindigt het mandaat van de volmachthouder (zie art. 2003 oud BW).
Rest de vraag of de bank een fout heeft begaan door tijdens het tweede gesprek op vrijdag 26 maart 2021 niet te benadrukken dat de titularis van de rekening zelf een opdracht tot overboeking van de effecten diende te ondertekenen (en aldus de indruk te wekken dat de op zaterdag overgemaakte schenkingsdocumenten zouden volstaan voor de uitvoering van de opdracht). Het college van experten is de mening toegedaan dat hoewel in dit gesprek meer duidelijkheid verstrekt had kunnen worden omtrent het afzonderlijke vereiste van een door de titularis ondertekende opdracht, de bank geen fout heeft begaan (dit rekening houdend met hetgeen van een normaal zorgvuldig bankier in de gegeven omstandigheden verwacht kan worden). Het college van experten houdt ook rekening met het feit dat de titularis van de rekening, en diens volmachthouder, reeds eerder de noodzakelijke formaliteiten had kunnen verrichten om een (onrechtstreekse) schenking te realiseren, hetgeen had kunnen vermijden dat al het nodige voor een onrechtstreekse schenking op enkele uren diende te gebeuren.
4. BESLUIT VAN DE OMBUDSMAN
Ombudsfin sluit zich aan bij het standpunt van de experten en besluit dus dat de bank geen fout heeft begaan en is dus niet gehouden om in zijn schade tussen te komen.