Adviezen
2013
Dénonciation de l’ouverture de crédit – clôture du compte à vue – règlement collectif de dettes.Lees meerLes requérants étaient chacun titulaire d’un compte à vue auprès de la banque. Ils avaient également chacun conclu un contrat d’ouverture de crédit dont les prélèvements s’effectuaient sur leurs comptes à vue respectifs. Le requérant disposait enfin d’une carte accréditive dont l’utilisation était débitée mensuellement de son compte à vue.
Opdracht tot domiciliëring niet gegeven – niet-toegestane betalingstransacties – termijn van dertien maanden doet geen afbreuk aan de verjaringstermijn van 10 jaar.Lees meerVerzoekers, die thans uit de echt gescheiden zijn, zetten in hun brief van 5 februari 2013 uiteen dat hun zichtrekening bij de bank vanaf 7 januari 2004 het voorwerp uitmaakte van een domiciliëringsopdracht ten gunste van de Sint-Michielsbond van de Christelijke Mutualiteit (hierna : CM). Verzoekers zijn weliswaar lid van de CM, maar voeren aan dat zij nooit opdracht hebben gegeven voor deze domiciliëring en hierover ook geen enkel document hebben ondertekend. Zij wijzen erop dat zij, doordat zij lid zijn van de CM en doordat hun dochter in 2003 is geboren, geen argwaan hadden.
Verzoekers zetten voorts uiteen dat zij op 10 januari 2012 vaststelden dat deze opdracht tot domiciliëring niet door hen werd gegeven, maar door een andere persoon. Zij hebben aan de bank dan ook onmiddellijk opdracht gegeven om deze domiciliëring stop te zetten.
Encaissement de chèques – opposition – formule d’encaissement convertie.Lees meerDans le cadre d’une relation internet, le requérant se voit remettre deux chèques, l’un de € 10.000 et l’autre de € 18.000, tirés sur des comptes ouverts auprès de banques situées à l’étranger. Il lui est par ailleurs conseillé de procéder à l’encaissement de ces chèques par l’entremise de la banque.
Le requérant se présente en début d’après-midi du jeudi 24 novembre 2011 auprès d’une agence de la banque. Il y sollicite l’ouverture d’un compte à vue et procède dans le même temps à la remise pour encaissement des deux chèques; la banque souligne que l’opération d’encaissement nécessitera un délai de minimum 10 à 15 jours.
Il est convenu que le produit de l’encaissement des chèques ne serait porté au crédit du compte du requérant qu’après leur encaissement effectif. Cette procédure de « Crédit après encaissement » est confirmée en toutes lettres sur les deux bordereaux de remise de chèques étrangers établis par la banque au moment de leur remise par le requérant.
Overschrijving na opzegging volmacht – zorgvuldigheidsplicht van de bank – termijn voor betwiste verrichtingen.Lees meerVerzoeker is houder van een zichtrekening bij de bank. Uit onderzoek van de bank blijkt dat verzoeker sinds 30 april 2009 beschikte over een online-abonnement waarmee hij te allen tijde toegang had tot zijn rekeninginformatie. Tot 28 mei 2011 ontving hij zijn rekeninguittreksels via dit online-systeem. Als hij ze niet opvroeg, werden deze afschriften binnen drie maanden per post verstuurd. Op 28 mei 2011 werd de verzendafspraak aangepast naar “per post”. Op 14 september 2011 werd dit opnieuw aangepast naar “online”.
In een niet-gedateerde brief aan de cliëntendienst van de bank, aldaar ontvangen op 5 februari 2013, zet verzoeker uiteen dat hij in juni 2011 heeft vernomen dat zijn moeder een volmacht had verkregen op zijn rekening. Hij wijst erop dat zijn moeder deze volmacht heeft verkregen onder het voorwendsel dat hij een zwaar verkeersongeval had gehad en dat hij er erg aan toe was, terwijl hij op de dag van de ondertekening van de volmacht als vrijwilliger bij de landmacht in Leopoldsburg is begonnen. Verzoeker legt er de nadruk op dat hij aan zijn moeder nooit een volmacht op zijn rekening had gegeven en dat hij zich niet kan herinneren dat hij hiervoor ooit een formulier had ondertekend. Op 14 september 2011 wordt de volmacht op naam van zijn moeder beëindigd.
Mise sous administration provisoire – virement non autorisé – mandat non valable dès le moment du dépôt de la requête.Lees meerLa requérante, âgée de 85 ans, est une cliente de longue date de la banque.
Dans le courant du 1er semestre 2011, des contacts se nouent entre le directeur de l’agence de de la banque et le neveu de la requérante dans le cadre de la liquidation de la succession de feu l’époux de la requérante.
Selon les explications fournies par le neveu, le directeur de l’agence de la banque s’est inquiété auprès de lui d’abus de faiblesse dont la requérante serait la victime. Il a attiré son attention sur des virements signés par sa tante au profit de sa cousine pour l’hébergement de ses chats (un virement de 3.000 € et un ordre de versements mensuels de 300 €), ainsi que sur une demande téléphonique de sa tante de transfert de 50.000 € vers le compte de sa cousine.