Adviezen
2016
Crédits hypothécaires – SûretésLees meerLe 12 février 2016, la requérante a reçu un courrier émanant de la banque lui annonçant sa décision unilatérale de mettre fin à la relation bancaire qui la liait.
Tous ses comptes ont été clôturés et elle ne conteste pas cette clôture même si cette décision l’a surprise. En revanche, elle soulève la question suivante : elle avait contracté un prêt hypothécaire avec la banque et ce prêt a été entièrement remboursé en 2014 à son échéance finale mais la mainlevée de l’inscription hypothécaire n’a pas été réalisée et elle subsiste donc toujours au profit de la banque.
Elle considère que du fait de la résiliation unilatérale de la relation bancaire dans le chef de la banque et du remboursement intégral du prêt, et du solde de tous les comptes entre parties, la banque, qui est à l’initiative de cette rupture de relation, doit renoncer à son droit d’hypothèque et procéder à un acte de mainlevée hypothécaire à ses frais.
Hypothecaire kredieten – Uitvoering kredietovereenkomst - AfrekeningLees meerBij notariële akte van 3 februari 2010 ging verzoeker bij de bank een lening aan met een looptijd van 24 jaar voor een bedrag van 175.000 euro aan een interest van 6,05 % per jaar.
Verzoeker gaat niet akkoord met de afrekening van de verwijlinteresten.
Voorts doet verzoeker opmerken dat het bedrag van de verwijlinteresten hem nooit is meegedeeld.
Op grond van deze argumenten vraagt verzoeker aan de notaris om aan de bank een bedrag van 149.408,14 euro te betalen, wat 2.530,61 euro te weinig is.
Omwille van de onvolledige betaling, weigert de bank handlichting te verlenen en beschouwt zij de door verzoeker gedane terugbetaling als een gedeeltelijke vervroegde terugbetaling.
2015
Hypothecair krediet – desolidarisatie – aanvraag opschorting vervaldagen door één kredietnemer – informatieverplichting.Lees meerVerzoekster en haar voormalige echtgenoot, die werknemer is bij de bank, hebben op 9 februari 2005 bij deze bank twee woningkredieten aangegaan.
Sinds eind oktober 2013 leven verzoekster en haar voormalige echtgenoot feitelijk gescheiden en bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg van april 2014 werd de echtscheiding tussen hen uitgesproken. In een vonnis van dezelfde rechtbank in mei 2014 werd ieder van hen veroordeeld tot betaling van de helft van de hypothecaire lening die op de vroegere echtelijke woning rust.
De voormalige echtgenoot van verzoekster heeft aan de bank de opdracht gegeven om op de vervaldag van beide kredieten op 15 november 2013, de aflossing van het kapitaal voor zes maanden op te schorten, teneinde de maandelijkse aflossingen voor hem draaglijker te houden. De bank is op dit verzoek ingegaan, zonder hiervoor het akkoord van verzoekster te vragen en zonder haar hiervan in kennis te stellen. Hetzelfde scenario deed zich voor op de vervaldag van 15 mei 2014 en op de vervaldag van 15 november 2014.
Hypothecair krediet – totstandkoming kredietovereenkomst – contractsluiting en inhoud van het contract.Lees meerDe bank heeft met verschillende cliënten kredieten onder de Wet Hypothecair Krediet (WHK) afgesloten, terwijl de kredieten in kwestie niet of minstens niet hoofdzakelijk de aanschaf van een onroerend goed of een analoog doel tot doel hadden en in se consumentenkredieten waren die onder de Wet Consumentenkrediet (WCK) vielen.
Al de cliënten hadden oorspronkelijk een krediet onderschreven bij NV X waarbij het ontleende bedrag uitsluitend of bijna uitsluitend werd gebruikt voor het inschrijven op een levensverzekering van het type tak 23 bij een verzekeringsmaatschappij.
Hypothecair krediet – totstandkoming kredietovereenkomst – contractsluiting en inhoud van het contract.Lees meerDe bank en de verzekeringsmaatschappij hebben met verschillende cliënten kredieten onder de Wet Hypothecair Krediet (WHK) afgesloten, terwijl de kredieten in kwestie niet of minstens niet hoofdzakelijk de aanschaf van een onroerend goed of een analoog doel tot doel hadden en in se consumentenkredieten waren die onder de Wet Consumentenkrediet (WCK) vielen.
Al de cliënten hadden oorspronkelijk een krediet onderschreven bij NV X waarbij het ontleende bedrag uitsluitend of bijna uitsluitend werd gebruikt voor het inschrijven op een levensverzekering van het type tak 23 bij een verzekeringsmaatschappij.
Deze herfinanciering werd verder bemiddeld door een dochtermaatschappij van de bank en blijkbaar ook door de heer Z, die handel drijft onder de naam B. De heer Z wierp zich op als onbaatzuchtige bezieler van een belangenvereniging die cliënten uit de nood zou helpen, maar volgens cliënten is achteraf gebleken dat hij enkel commerciële intenties had (ontvangst van commissies).
Crédit hypothécaire - placement du capital disponible dans un produit d’assurance vie branche 21 - optimisation fiscale.Lees meerLa requérante est âgée de 54 ans, diplômée de l’ICHEC mais active dans le secteur commercial et marketing depuis plus de 20 ans.
En 2007, elle était en instance de divorce et au chômage tout en bénéficiant de revenus locatifs d’un bien immeuble lui appartenant en propre. Dans le cadre de son divorce, l’immeuble conjugal a été vendu et elle a perçu la somme de 500.000€. Souhaitant se reloger, elle a décidé d’acquérir un immeuble à concurrence de 825.000€.
Son ex-mari qui se chargeait des dossiers financiers de la famille et elle, étaient clients de l’agence de la banque à A et celui-ci était averti en matière immobilière et fiscale.
Dans ce contexte de fragilité, la requérante a pris contact seule avec l’agent de la banque, pour financer son acquisition. Elle a fait part de sa volonté de contracter un prêt fiscalement intéressant afin de déduire les intérêts de ce dernier et de bénéficier d’une économie d’impôts.
Lors de son entretien en agence, elle relève qu’il lui a été conseillé un montage compliqué, risqué et dépourvu de souplesse, et ce, sans investiguer, sans s’informer sur les risques réels encourus.
Ce montage consistait en une combinaison d’un crédit hypothécaire et un placement de son capital en une assurance «branche 21».
2014
Hypothecair krediet - wederbeleggingsvergoeding - rechtsmisbruik - vermindering funding loss tot passend schadeherstel.Lees meerMet een brief van 7 juli 2008 heeft de bank overeenkomstig haar algemene voorwaarden voor kredietopeningen aan ondernemingen, aan verzoekers een kredietopening voor een bedrag van 850.000 euro toegestaan, gewaarborgd door een hypotheek. Deze kredietopening is bestemd voor de financiering van de aankoop van het onroerend goed waarin de verzoekers thans hun woonplaats hebben.
Bij notariële akte van 7 november 2008 werd deze overeenkomst bevestigd en werd daarin gepreciseerd dat de kredietopening werd toegestaan in de vorm van een investeringskrediet, dat uiterlijk op 14 november 2018 moet worden opgenomen.
De wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet is niet van toepassing op deze kredietopening, omdat artikel 1 van deze wet bepaalt dat de kredietnemer op het ogenblik van het sluiten van het contract zijn gewone hoofdverblijfplaats in België moet hebben, terwijl verzoekers op dat ogenblik hun woonplaats in Nederland hadden.
Inscription hypothécaire – opérations imputées sur l’ouverture de crédit – garantie de toutes sommes.Lees meerEn 2009, la banque accorde une ouverture de crédit hypothécaire de € 550.000 à la requérante et à son époux afin d’y loger un crédit hypothécaire n° 1. Une hypothèque est consentie sur un immeuble de trois appartements, alors en construction.
En 2010, la banque majore cette même ouverture de crédit hypothécaire de € 290.000 afin d’y loger un nouveau crédit hypothécaire n° 2 moyennant inscription hypothécaire sur l’immeuble d’habitation de la requérante et de son époux.
En 2012, la requérante et son époux divorcent. Ils conviennent que l’immeuble de trois appartements sera repris par le mari avec la dette hypothécaire le grevant, tandis que la requérante reprendra l’immeuble d’habitation avec la charge du deuxième crédit hypothécaire.
Pour répondre à la demande de désolidarisation des deux époux, la banque réduit le montant de l’ouverture de crédit existante à concurrence du crédit hypothécaire initial n° 1. Elle libère la requérante de ses obligations découlant de ce crédit qui se poursuivra avec l’ex-époux pour seul débiteur.
Woonkrediet – aflevering van fiscaal attest – informatieverplichting niet nagekomen.Lees meerIn 2009 heeft de bank door tussenkomst van één van haar kantoren om fiscale redenen aan verzoekers een woonkrediet van 50.000 euro toegekend om de verbouwing van hun woning te financieren. In 2009 nemen verzoekers twee schijven van het krediet op voor respectievelijk 2.500 euro en 20.000 euro.
Op 14 juli 2010 nemen verzoekers het saldo van het krediet op ten bedrage van 27.500 euro. Voor deze opname leggen zij facturen voor die dateren van 2009.
Naar aanleiding van een aan de bank gevraagd fiscaal advies stelt de bank vast dat verzoekers het hen toegekende woonkrediet in werkelijkheid hebben aangewend voor een herfinanciering en niet voor een verbouwing.
Voor 2009 en 2010 heeft de bank ten onrechte een fiscaal attest voor een krediet van 50.000 euro afgeleverd. Nadien werden de correcte attesten voor een bedrag van 22.500 euro uitgereikt. Voor 2011 heeft de bank eerst een foutief attest van 50.000 euro afgeleverd. Omdat verzoekers niet konden aantonen dat zij het saldo van 27.500 euro hadden aangewend voor het financieren van de verbouwingswerken aan hun woning, concludeerde de bank hieruit dat zij dit bedrag in werkelijkheid hadden gebruikt voor het aanzuiveren van het eigen vermogen en werd het attest nadien gecorrigeerd naar 22.500 euro. Voor 2012 werd aan verzoekers een correct fiscaal attest bezorgd voor een bedrag van 22.500 euro.
Hypothecair krediet - hypotheek op onroerend goed dat te koop staat - terugbetaling ingevolge wegvallen waarborg.Lees meerIn mei 2011 hebben verzoekers bij de bank een hypothecaire lening ten bedrage van EUR 90.000 met een looptijd van 15 jaar aangegaan, bestemd voor de aankoop van een appartement aan de Belgische kust. Een hypothecaire inschrijving voor het volledige kredietbedrag wordt op dit onroerend goed genomen.
In december 2011 kopen verzoekers een woning aan in Zuid-Frankrijk. Voor de financiering sluiten ze eind 2011 twee nieuwe woningkredieten af : een overbruggingskrediet ten bedrage van EUR 165.000 met een looptijd van 12 maanden en een krediet ten bedrage van EUR 50.000 met een looptijd van 15 jaar. Als bestemming voor beide kredieten wordt “de aankoop van een huis” vermeld. Tot waarborg worden een hypothecaire volmacht ten bedrage van EUR 190.000 en een effectieve hypothecaire inschrijving ten bedrage van EUR 25.000 overeengekomen, die betrekking hebben op de ouderlijke woning.
Eind 2012 blijkt vermelde woning nog altijd niet verkocht te zijn. De bank toont zich bereid om een verlenging van het overbruggingskrediet met een jaar toe te staan.