Adviezen
2015
Crédit à la consommation – dénonciation du crédit – codébiteurs solidaires – règlement collectif de dettes.Lees meerLe 22 février 2012, le requérant a conclu en qualité de co-emprunteur, un prêt à tempérament avec Madame X, dans un but de trésorerie en faveur de Madame X, pour un montant de 15.001€ moyennant le paiement mensuel d’une somme de 252,71€ pendant une durée de 84 mois.
Madame X et le requérant ne sont pas domiciliés à la même adresse, ne résident pas ensemble, ne sont ni liés par le lien du mariage ni par le lien de la cohabitation. Le requérant pensait avoir conclu ce contrat en sa qualité de garant, comme il lui a été indiqué par l’agence au moment de la signature du contrat, afin d‘aider Madame X. Cette dernière prenait en charge le paiement des mensualités.
Une assurance-vie a été souscrite à la conclusion de ce contrat par Madame X, seule, et elle a reçu seule la somme empruntée. Par ailleurs, Madame X a toujours remboursé les mensualités jusqu’à son admission en règlement collectif de dettes. Le requérant déclare n’avoir pas reçu ni de lettre recommandée de rappel de paiement, ni de notification de l’admission de règlement collectif de dettes de Madame X par jugement de juin 2015.
Wijziging bewaarloon effecten.Lees meerTer aanvulling op het advies van de Ombudsman van 22 oktober 2015, inzake een klacht die onder andere betrekking had op de door de bank toegepaste wijziging van bewaarlonen op de effecten in een effectendossier.
De tariefwijziging werd aangekondigd in oktober 2014. Het nieuwe bewaarloon diende in januari 2015 te worden betaald voor het voorgaande jaar (2014) en zou worden berekend op 1 januari 2015 op basis van de effecten in portefeuille op 31 december 2014.
Volgens de bank mocht het nieuwe bewaarloon reeds begin 2015 worden aangerekend aangezien de cliënten 2 maanden op voorhand verwittigd waren en zij de mogelijkheid hadden om hun effecten te transfereren naar een andere bank. Voor deze effecten zou geen bewaarloon worden aangerekend.
In mijn advies van 22 oktober 2015 meende de Ombudsman dat cliënt terecht in vraag stelde of hier wel sprake kon zijn van een tijdige voorafgaandelijke kennisgeving.
De bank kondigde immers een tariefwijziging aan, voorafgaand aan de inning ervan (begin 2015), maar niet voorafgaand aan de prestatie van de diensten waarop het tarief betrekking had (2014).
Er werd aan cliënt gemeld dat deze praktijk verder zou worden onderzocht, dit echter buiten de concrete afhandeling van het dossier aangezien de bank in het dossier de meerkost betreffende het bewaarloon voor haar rekening heeft genomen en de klacht op dat vlak als opgelost kon worden beschouwd.
In het kader van verder onderzoek, achtte de Ombudsman het aangewezen de praktijk voor te leggen aan het College van experten.
2014
Hypothecair krediet - wederbeleggingsvergoeding - rechtsmisbruik - vermindering funding loss tot passend schadeherstel.Lees meerMet een brief van 7 juli 2008 heeft de bank overeenkomstig haar algemene voorwaarden voor kredietopeningen aan ondernemingen, aan verzoekers een kredietopening voor een bedrag van 850.000 euro toegestaan, gewaarborgd door een hypotheek. Deze kredietopening is bestemd voor de financiering van de aankoop van het onroerend goed waarin de verzoekers thans hun woonplaats hebben.
Bij notariële akte van 7 november 2008 werd deze overeenkomst bevestigd en werd daarin gepreciseerd dat de kredietopening werd toegestaan in de vorm van een investeringskrediet, dat uiterlijk op 14 november 2018 moet worden opgenomen.
De wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet is niet van toepassing op deze kredietopening, omdat artikel 1 van deze wet bepaalt dat de kredietnemer op het ogenblik van het sluiten van het contract zijn gewone hoofdverblijfplaats in België moet hebben, terwijl verzoekers op dat ogenblik hun woonplaats in Nederland hadden.
Opérations contestées - disparition de la carte bancaire - absence de preuve de la négligence grave.Lees meerEn matinée du lundi 23 septembre 2013, la requérante dépose plainte auprès de la police. Elle expose avoir utilisé sa carte bancaire pour la dernière fois dans une grande surface le jeudi 19 septembre 2013 et avoir constaté, ce lundi matin, sa disparition ainsi que l’existence de deux retraits de 600 €, chacun, réalisés les 20 et 21 septembre 2013 dont elle n’est pas l’auteur.
Elle sollicite l’intervention de la banque – dont elle stigmatise l’absence de réponse à ses courriers – pour les deux retraits frauduleux.
La banque se refuse d’intervenir aux motifs que les circonstances de fait lui permettent de présumer que le code secret a été noté sur la carte ou était facilement identifiable.
Produits complexes risqués - absence d'évaluation des connaissances et expériences du client - publicité trompeuse.Lees meerEn 2006, la sœur du requérant, alors âgée de 68 ans, ouvre un compte dans les livres de la banque. Le requérant était son mandataire et gérait ses avoirs à ce titre. Une vingtaine d’opérations de bourse seront passées entre mars 2005 et octobre 2006, concernant principalement des sicafi, une action, une obligation convertible et 3 sicavs.
En 2006, le requérant, lui-même pensionné, expose avoir été approché par le délégué de la banque pour souscrire à une valeur X décrite comme « adossée à un panier de 20 actions internationales » et garantissant un coupon de 8% au cours des deux premières années. Le remboursement au terme de 5 années dépend de l’évolution d’un panier de référence composé des 5 actions ayant le moins bien performé. En cas de baisse de plus de 40% de ce panier de référence, le capital peut être totalement perdu.
Kredietopening - formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" afwezig.Lees meerOp 22 november 2011 gingen verzoeker en zijn toenmalige partner, met wie hij op dat ogenblik ongehuwd samenwoonde, bij de bank een kredietopening aan voor een bedrag van 5000 euro. De overeenkomst werd gesloten in het kantoor van de bank te L., nadat een eerdere aanvraag in het kantoor te S. geweigerd was.
Het staat vast en het wordt door de bank niet betwist dat verzoeker zelf niet aanwezig was op het ogenblik van het toestaan van dit krediet en dat de tekst van het contract met zijn toenmalige partner ter ondertekening werd meegegeven.
Tot waarborg van de terugbetaling van dit krediet ondertekenden verzoeker en zijn partner op dezelfde dag een overeenkomst van overdracht van loon en inpandgeving van schuldvorderingen ten gunste van de bank.
Bankoverstap - publiciteit - interpretatie van "zonder kosten".Lees meerIn juni 2013 heeft verzoeker effecten, aangehouden bij een andere bank, overgebracht naar de bank. De andere bank rekende 400 EUR voor de transfer van de effecten aan.
Verzoeker vraagt de vergoeding door de bank van de transferkosten, op basis van de publiciteit van de bank inzage de bankoverstap, namelijk : "De bank regelt uw bankoverstap. Snel, volledig en zonder kosten", met onder deze slogan 4 appeltjes met daarop de woorden Sparen en Betalen, Beleggen, Verzekeren en Lenen. Volgens verzoeker is deze reclame misleidend omdat hij er van uit kon gaan dat de bank zou tussenkomen in de door de andere bank aangerekende kosten van transfer van zijn effectenportefeuille.
Verkoop van producten betreffende een niet-geregistreerde onderneming door een bankagent - schijnmandaat.Lees meerVerzoeker verkoopt in 2009 zijn beenhouwerij. Hij wenst de opbrengst van deze verkoop te beleggen.
In het plaatselijk bankkantoor krijgt hij van de schoonzoon en medewerker van de gevolmachtigde agent van de bank, uitleg over de producten van “X”, die als “interessante” beleggingen worden beschreven.
In december 2009 tekent verzoeker voor de eerste maal in voor een bedrag van EUR 50.000 op een zogenaamd “besloten fonds voor gemene rekening”, dat eigenaar is van een Amerikaanse overlijdensrisicoverzekering en wordt beheerd door een Nederlandse bv. Het gaat hier om een zogenaamd life settlement contract (viaticale regeling), waardoor verzoeker is toegetreden tot een fonds dat wegens de overdracht door een Amerikaanse verzekerde van een bestaand levensverzekeringscontract, een vordering heeft verworven op een levensverzekeraar.
Internationale overschrijving – kosten – terugzenden van fondsen – informatieplicht.Lees meerVerzoeker had bij het kantoor van de bank op 29 november 2013 een overschrijvingsorder ten bedrage van EUR 400 naar een begunstigde rekening bij een Russische bank geplaatst.
Voorafgaand aan deze overschrijving had verzoeker bij het hoofdkantoor van de bank telefonisch inlichtingen ingewonnen rond de mogelijkheid en kosten van dergelijke transfer. Er werd hem meegedeeld dat dergelijke overschrijving mogelijk was en de kost EUR 5 bedroeg.
De overschrijving kon uiteindelijk niet uitgevoerd worden, waarna de bank aan verzoeker EUR 350 terugstortte, zijnde het oorspronkelijk bedrag van EUR 400 minus EUR 50 ingehouden kosten.
Opérations exécutées par la banque à la demande d’un tiers sans procuration.Lees meerLe requérant est titulaire auprès de la banque d'un compte à vue, assorti d'une carte de paiement, ainsi que de deux livrets de dépôt, sans aucune procuration au profit de son épouse.
Le 22 février 2014, le requérant se plaint auprès de la banque à propos de transferts effectués de septembre 2010 à octobre 2013 par son épouse au départ d'un de ses livrets vers son compte à vue, et qui ont été acceptés par la banque en dépit du fait qu' il n'y avait pas de procuration. Le requérant précise que son épouse lui dérobait sa carte bancaire et l'utilisait pour prélever de l'argent de son compte à vue ou effectuer des paiements. Il estime que la banque ne pouvait autoriser les prélèvements sur son livret et demande la régularisation de la situation.