Adviezen
2013
Griekse staatsobligaties – beleggingsadvies zonder profiel – weigeren van de opmaak van het beleggersprofiel.Lees meerOp 7 januari 2009 heeft verzoekster een aanvraag tot opening van een privé rekening (type rekening effectendossier) bij de bank ondertekend, waarbij zij volmacht heeft gegeven aan haar echtgenoot om de geopende rekening te beheren.
Begin juni 2009 heeft de echtgenoot van verzoekster aan het kantoor van de bank informatie gevraagd over kasbons en staatsobligaties. Het kantoor bezorgt hem de gevraagde informatie per e-mail en maakt hierin ook melding van de Griekse staatsobligaties met vervaldag 2024 (coupon 4,7%). De echtgenoot van verzoekster vraagt hierop nog meer inlichtingen onder meer over de Griekse obligaties in vergelijking tot andere producten.
Consumentenkrediet – ondertekening door alle partijen – standaardcontracten.Lees meer
Op 14 juli 2008 werd met de kredietinstelling een overeenkomst van kredietopening aangegaan waarvan niet wordt betwist dat zij onder het toepassingsgebied van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet valt. Op de linkerzijde van deze overeenkomst staan de financiële gegevens en de identiteitsgegevens van de kredietgever, van verzoeker, aangeduid als “consument 1”, en van mevrouw X, de toenmalige echtgenote van verzoeker, aangeduid als “consument 2”. De rechterzijde omvat de tekst van de eigenlijke overeenkomst, met een verwijzing naar de toepasselijke algemene kredietvoorwaarden, en is enkel door de verzoeker als “consument 1” ondertekend.
Clôture d’un compte – épargne d’un mineur – acte de disposition – accord préalable du juge de paix.Lees meerLe requérant et son épouse ont ouvert en 1999 auprès de la banque un livret d'épargne pour leur fille, née le 3 janvier 1998.
En août 2011, après le divorce, l'ex-épouse du requérant se rend à la banque, clôture le livret au nom de sa fille et se fait remettre les fonds en espèces. En juillet 2012, le requérant apprend par sa fille que les fonds provenant de la clôture du livret auraient servi à payer des vacances.
Dénonciation de l’ouverture de crédit – clôture du compte à vue – règlement collectif de dettes.Lees meerLes requérants étaient chacun titulaire d’un compte à vue auprès de la banque. Ils avaient également chacun conclu un contrat d’ouverture de crédit dont les prélèvements s’effectuaient sur leurs comptes à vue respectifs. Le requérant disposait enfin d’une carte accréditive dont l’utilisation était débitée mensuellement de son compte à vue.
Aanvraag om alle rekeningen af te sluiten niet uitgevoerd – diefstal van bankkaarten – verzet bij Card Stop.Lees meerDe verzoeker was cliënt bij bank A. Hij beslist zijn tegoeden over te brengen naar bank B. Hij stuurt volgende mail naar de bank : “Heden hebben we onze gelden geïnvesteerd in vastgoed. Daarom zou ik bij deze willen vragen al onze rekeningen te willen afsluiten. Wilt u zo vriendelijk zijn mij dit te bevestigen.” Hij ontvangt geen enkel antwoord op deze mail. De klager dacht alle kaarten van de bank te hebben kapot geknipt.
Op 15 september 2012 wordt de portefeuille van de klager gestolen in Spanje. Hij doet onmiddellijk verzet tegen de kaarten die hij bezat bij bank B. Vergetend dat hij in zijn portefeuille nog een kaart had uitgegeven door de bank A, doet hij geen verzet bij Card Stop die, van haar kant, de verzoeker niet ondervraagt om te weten of hij eveneens verzet tegen deze kaart wenst te doen. Bij de afrekening van Mastercard, stelt verzoeker vast dat frauduleuze operaties zijn uitgevoerd met de kaart uitgegeven door bank A. Denkend dat hij de rekeningen had afgesloten, ondervraagt hij bank A en verneemt hij dat de afsluiting niet heeft plaatsgevonden. Om een rekening af te sluiten, bepaalt de procedure van kracht bij bank A dat de cliënt ter plaatse het ad hoc formulier moet ondertekenen.
Verzoeker is van oordeel dat de bank een fout heeft begaan door zijn rekeningen niet af te sluiten wat zijn kaart onbruikbaar had gemaakt en meent dat de bank hem moet vergoeden.
Donation – placement à risque avec rente mensuelle – convention de gestion – politique de placement inadéquate.Lees meerLe requérant, accompagné de sa maman, se rend en mai 2007 auprès d’une agence de la banque : une entrevue y est organisée avec le responsable de l’agence et un private banker de la banque afin d’analyser le cadre d’une donation mobilière pour une valeur de l’ordre de 500.000 EUR que la maman envisage de réaliser au bénéfice du requérant, à charge pour ce dernier d’assurer à la donatrice une rente mensuelle de 1.665 EUR.
Le requérant, ainsi que son épouse, sont déjà clients auprès de cette agence bancaire. En 2006 un profil d’investisseur a pu être déterminé sur base de réponses à un questionnaire; les clients y exprimaient, entre autres, le souhait de bénéficier de la garantie totale de leur capital ainsi que d’un rendement connu au préalable, et y privilégiaient aussi un portefeuille composé exclusivement d’obligations. La banque a conclu que le profil d’investisseur des clients était de type LOW avec un horizon d’investissement de minimum 4 ans. Pour la banque, ce profil correspond à un investisseur qui désire accroître son capital tout en prenant des risques limités. La partie sans risque du portefeuille, constituée de titres à revenu fixe en EUR, est complétée par un investissement limité (de 30 à 45%) en actions. Des fluctuations momentanées à la baisse du portefeuille sont possibles.
Opdracht tot domiciliëring niet gegeven – niet-toegestane betalingstransacties – termijn van dertien maanden doet geen afbreuk aan de verjaringstermijn van 10 jaar.Lees meerVerzoekers, die thans uit de echt gescheiden zijn, zetten in hun brief van 5 februari 2013 uiteen dat hun zichtrekening bij de bank vanaf 7 januari 2004 het voorwerp uitmaakte van een domiciliëringsopdracht ten gunste van de Sint-Michielsbond van de Christelijke Mutualiteit (hierna : CM). Verzoekers zijn weliswaar lid van de CM, maar voeren aan dat zij nooit opdracht hebben gegeven voor deze domiciliëring en hierover ook geen enkel document hebben ondertekend. Zij wijzen erop dat zij, doordat zij lid zijn van de CM en doordat hun dochter in 2003 is geboren, geen argwaan hadden.
Verzoekers zetten voorts uiteen dat zij op 10 januari 2012 vaststelden dat deze opdracht tot domiciliëring niet door hen werd gegeven, maar door een andere persoon. Zij hebben aan de bank dan ook onmiddellijk opdracht gegeven om deze domiciliëring stop te zetten.
Consumentenkrediet – lopende overeenkomsten – toepassing van de wet van 13 juni 2010.Lees meerEind 2012 heeft verzoeker een aanvraag tot schuldbemiddeling bij het OCMW ingediend. In het kader van deze bemiddelingsopdracht heeft het OCMW bij de bank geïnformeerd naar de openstaande schulden van verzoeker.
De bank heeft gemeld dat nog 1.196,49 EUR (op 9 november 2012) openstond. Dit bedrag betreft een geoorloofde debetstand verbonden aan de zichtrekening van verzoeker. Verzoeker deed geregeld beroep op dit “budgetkrediet” (tot 1.240 EUR) dat hem door de bank sinds 2003 was toegekend.
Het OCMW heeft vervolgens om een kopie verzocht van het contract dat aan de basis ligt van het budgetkrediet.
Encaissement de chèques – opposition – formule d’encaissement convertie.Lees meerDans le cadre d’une relation internet, le requérant se voit remettre deux chèques, l’un de € 10.000 et l’autre de € 18.000, tirés sur des comptes ouverts auprès de banques situées à l’étranger. Il lui est par ailleurs conseillé de procéder à l’encaissement de ces chèques par l’entremise de la banque.
Le requérant se présente en début d’après-midi du jeudi 24 novembre 2011 auprès d’une agence de la banque. Il y sollicite l’ouverture d’un compte à vue et procède dans le même temps à la remise pour encaissement des deux chèques; la banque souligne que l’opération d’encaissement nécessitera un délai de minimum 10 à 15 jours.
Il est convenu que le produit de l’encaissement des chèques ne serait porté au crédit du compte du requérant qu’après leur encaissement effectif. Cette procédure de « Crédit après encaissement » est confirmée en toutes lettres sur les deux bordereaux de remise de chèques étrangers établis par la banque au moment de leur remise par le requérant.
Vol de carte – date de naissance – les conditions générales ne se substituent pas à la preuve de la négligence grave.Lees meerLe samedi 10 novembre 2012, la requérante, âgée de 78 ans, se voit dérober son portefeuille.
Elle constate la disparition de son portefeuille lequel contenait sa carte bancaire après avoir regagné son domicile.
Elle appelle Cardstop pour bloquer sa carte, ce qui est fait à 19h02.
Des retraits frauduleux au moyen de sa carte sont opérés, le jour même, à concurrence de 867,09 €. Après un premier essai infructueux en raison de l’introduction d’un mauvais code, un premier retrait a lieu à 18h00. Il sera suivi d’autres retraits, la dernière transaction litigieuse ayant lieu à 19h01.
Elle sollicite l’intervention financière de la banque. Celle-ci refuse.