Adviezen
2018
Beleggingen, pensioensfondsen en effecten – Advies - Niet-klassieke obligatiesHet inschrijvingsorder op een obligatie in EUR voor een benaderende waarde van 101.000,00 EUR werd aan klager in het bankkantoor ter ondertekening aangeboden op 3 december 2016. Klager ontkent dat hij –zoals nochtans vermeld op het inschrijvingsorder- met kennis van zaken en op eigen verantwoordelijkheid heeft ingetekend op dit product. Er was geen werkelijke wilsovereenstemming. Ook klopt het niet dat de bank hem zou geadviseerd hebben niet in te tekenen op dit product.Lees meer
Paiements et comptes de paiements – Cartes – Opérations contestées.La demanderesse indique être partie le 15 mai 2018 avec son conjoint pour un voyage d'agrément en Italie. Au lendemain de leur arrivée en Italie, c'est-à-dire le 16 mai 2018, le conjoint de la demanderesse s'aperçoit qu'il s'est fait voler son portefeuille, lequel contenait notamment une carte bancaire appartenant à la demanderesse. Il s'agissait d'une carte de débit associée au compte bancaire de la demanderesse auprès de la Banque intervenant dans la présente affaire en qualité de défenderesse (ci-après "la Banque"). Dès que le vol du portefeuille fût constaté, la demanderesse fit opposition sur la carte de débit en question. Il s'avère toutefois qu'une série d'opérations bancaires frauduleuses avait déjà pu être réalisée plus tôt dans la journée au moyen de la carte de la demanderesse. Une opération de retrait suivie de quatre opérations d'achat furent en effet exécutées le 16 mai 2018 entre 10H27 et 10H59 pour un montant total de 3.412 euros.Lees meer
2017
Crédits hypothécaires – Exécution du contrat – Enregistrement BNBLees meerLe demandeur s’est rendu en décembre 2015 pour procéder à l’actualisation de son identification auprès de trois institutions financières où il est titulaire de comptes. Deux d’entre elles ont simplement effectué une lecture de votre carte d‘identité et la troisième lui a demandé de signer un document d‘identification dans lequel il consent au traitement de ses données personnelles et au Règlement Général des Opérations.
Le demandeur estime que ce consentement dépasse l’obligation d’identification de ses données personnelles et qu’en lui faisant signer ce document, la banque s’attribue des droits exclus ou fortement réglementés par la loi.
Le demandeur souhaite savoir s’il est obligé d’accepter de signer ce document dans le cadre de l’obligation d’identification et si cette clause octroie des droits exclus ou fortement réglementés par la loi.
Hypothécaire kredieten – Totstandkoming kredietovereenkomst – Contractsluiting en inhoud van het contractLees meerDe bank heeft in 2015 aan de verzoekster een hypothecair krediet toegekend voor de aankoop van een hoeve voor de bvba waarvan zij zaakvoerster is. De verzoekster werd zelf niet de eigenaar van de hoeve.
Daar het hypothecair krediet werd toegestaan aan een rentevoet van meer dan 9% wilde de verzoekster dit krediet recentelijk laten herfinancieren. Toen vernam zij van de banken tot wie zij zich richtte dat het hypothecair krediet dat toegekend werd niet correct zou zijn, omdat het niet werd toegekend aan een consument die eigenaar werd van het onroerend. Volgens de bankjurist was het krediet ‘nietig’.
Voorgaande werd de verzoekster ook bevestigd door de advocaat die zij raadpleegde. Hij stelt dat artikel I.9.53° WER het hypothecair krediet definieert als “Het krediet bestemd voor het financieren van het verwerven of behouden van onroerende zakelijke rechten, toegekend aan een consument…”. Het toegekende krediet beantwoordt hier niet aan omdat de verzoekster geen onroerend goed verwierf en kan dus niet kwalificeren als een rechtmatig hypothecair krediet.
De verzoekster vraagt dat er nagekeken wordt of het krediet al dan niet correct is en wat zij kan ondernemen.
Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Fiscale aspecten – AandelenLees meerEinde juli 2015 stelde de verzoeker vast dat een bedrag van 788,28 EUR van zijn rekening was gegaan op 27 juli 2015. De reden hiervoor bleek te zijn dat hij een belasting diende te betalen op een stock merger transactie die NV “X” had uitgevoerd op 2 maart 2015.
De verzoeker was verrast omdat hij niet de gepaste informatie had ontvangen om ervoor te zorgen dat hij de correcte administratieve afhandeling (ter voorkoming van de belasting) kon realiseren.
Op 21 april 2015 werd een aankondiging verstuurd vanuit een mailadres van de bank met de boodschap dat dit bericht louter informatief was en dat de verzoeker voorlopig niets moest ondernemen. Blijkbaar werd een tweede mail verzonden vanuit een ander e-mailadres van de bank met de volledige instructies, het in te vullen document en de uiterste datum waarop dit document moest worden terugbezorgd. Dit e-mailbericht kwam echter in zijn spamfolder terecht waardoor hij dit bericht niet heeft gelezen.
De verzoeker begrijpt niet waarom twee verschillende e-mailadressen werden gebruikt voor mededelingen betreffende dezelfde corporate action.
Het staat vast dat hij de belasting in principe niet had moeten betalen. Door de werkwijze van de bank (e-mailberichten vanuit verschillende e-mailadressen zonder herinneringen nadien per e-mail of sms) heeft hij daartoe echter niet tijdig de nodige administratieve handelingen kunnen verrichten.
Hij hoopte het bedrag via de bank te recupereren. Toen bleek dat dit sowieso niet mogelijk zou zijn, heeft de bank hem geïnformeerd over de mogelijke terugvorderingsprocedure die hij zelf kon inleiden. De verzoeker meent dat het cruciaal is dat de bank hem in dit kader een bewijs of attest verschaft waarin de bank bevestigt dat het bedrag in USD, dat bij hem werd geheven, werd doorgestort naar de IRS. De bank kan dit blijkbaar niet en verwijst telkens naar het rekeninguittreksel van de verzoeker (waarin het bedrag in EUR is vermeld) als enig geldende, sluitende bewijs.
Telefonisch meldde de verzoeker dat zijn teleurstelling groot was en dat hij alsnog hoopte dat de bank, via de tussenkomst van de Ombudsman, toch een attest zou opstellen en de relatie op een constructieve manier verder zou willen uitbouwen, bijvoorbeeld door een aantal gratis transacties aan te bieden.
Crédits hypothécaires – Exécution du contrat – Enregistrement BNBLees meerLe demandeur a introduit en août 2013, auprès de la banque une demande de crédit hypothécaire pour un bullet de 180.000 euros en 36 mois dans le cadre d'une opération immobilière portant sur un bien privé à Jette. Le but du crédit est de payer les honoraires du géomètre et de l'architecte, les frais de commercialisation du projet et de constituer des liquidités pour 12.000 euros. Le bullet est garanti par une hypothèque sur le bien concerné par l'opération et sera remboursé par la vente de ce bien.
Le demande de crédit et l'offre de la banque font référence à la loi sur le crédit hypothécaire du 4 août 1992 mais l'acte d'avance de 180.000 euros, qui est annexé à l'acte authentique du 12 septembre 2013, prévoit l'application conventionnelle de la loi du 12 juin 1991 sur le crédit à la consommation. Le terme du crédit est fixé au 12 septembre 2016, date à laquelle capital et intérêts doivent être remboursés, pour un total de 239.253,45 euros.
En date des 18 mars 2016 et 18 mai 2016, la banque adresse deux lettres au demandeur lui rappelant les montants à payer à l'échéance du 12 septembre 2016, et le 14 juillet 2016, elle envoie par recommandé un nouveau rappel concernant ladite échéance, avec indication des conséquences du non-paiement. Le texte de ce “rappel", bien que sans référence explicite à la loi sur le crédit hypothécaire, en reprend les termes de l'article 45 et évoque un intérêt de retard de 0,50 %.
Le 12 septembre 2016, jour même de l'échéance, le crédit fait l'objet d'un enregistrement pour défaut de paiement à la Centrale des crédits aux particuliers, comme prêt à tempérament.
Le demandeur, par l'intermédiaire de son avocat, estime que le crédit bullet de soudure est bien un crédit hypothécaire, que les rappels envoyés avant l'échéance n'ont aucune valeur juridique car envoyés prématurément et que l'enregistrement pour défaut de paiement, intervenu le jour même de l'échéance, est erroné car il ne respecte pas l'article 5, § 1er, 3° de l'arrêté royal du 7 juillet 2002 (enregistrement permis soit lorsqu'un montant échu n'est pas payé pendant trois mois, soit un mois après l'envoi du recommandé prévu par l'article 45 de la loi sur le crédit hypothécaire). Sur cette base, il demande la suppression de l'enregistrement incorrect et la révision du décompte des intérêts et pénalités.
Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Aan-/verkoop van effecten – Andere (bv. Loket) – AandelenLees meerBegin november 2016 kreeg de verzoeker een brief van de bank waarin vermeld stond dat de bank niet meer verder zal handelen in de US OTC-markt daar haar broker in Amerika dat stopzet.
De verzoeker kreeg de mogelijkheid om zijn effecten gratis over te dragen naar een andere bank of ze te proberen te verkopen voor 9 december 2016. Hij heeft gekozen voor de eerste optie en droeg de betrokken effecten over naar een andere bank. Telefonisch werd hem geïnformeerd dat de transfer 6 à 8 weken kon duren. Ongeveer de helft van de effecten is met succes overgeplaatst. De overige effecten konden niet worden getransfereerd, noch worden verkocht gezien de tijdslimiet voor verkoop reeds was overschreden.
De verzoeker begrijpt dat aandelen, die niet meer verhandeld worden, geschrapt en verwijderd worden. Dat begrijpt hij echter niet voor aandelen die wel nog noteren en verhandeld worden. Hij heeft het dan specifiek over 3 aandelen. De transfer was niet mogelijk daar die aandelen bestaan uit een fysiek certificaat.
Normaal ging de bank de aandelen nog proberen te verkopen in januari-februari, maar dat is blijkbaar niet gelukt gezien de aandelen eind januari al weggeboekt waren.
De verzoeker vindt het niet kunnen dat hij maar 1 maand de tijd kreeg om actie te ondernemen. Zeker bij aandelen, wordt gedacht op lange termijn. Hij heeft ze al 7 jaar in bezit en betaalt jaarlijks bewaarloon. Destijds werden ze zonder problemen aanvaard.
De klacht van de verzoeker betreft ook nog een 4de aandeel, een nano cap (te kleine waarde) die niet meer verhandeld wordt door de bank. De transfer hiervan lukt ook niet. Begin februari was er een vraag van 0,05 en een bod van 0,01. Hij heeft er 330.995 in portefeuille wat op dat ogenblik toch minimum een waarde van 3.300 USD betekende.
De verzoeker zou graag verkrijgen van de bank dat ze hem een vergoeding geeft voor de effecten of dat ze de effecten terugplaatst zodat hij ze zelf kan verkopen binnen een redelijke termijn. In zijn dossier gaat het toch om een groot bedrag.
Een andere oplossing zou er ook kunnen in bestaan dat de bank toegevingen doet op vlak van zijn professioneel krediet (renteherziening, beperking funding loss).
Beleggingen, pensioenfondsen en effecten – Aan-/verkoop van effecten – Andere (bv. Loket) – AandelenLees meerDe klacht van de verzoeker betreft 2 soorten aandelen, op effectenrekening, waarover hij eind oktober 2016 een brief ontving van de bank. De brief had als titel: “Stopzetting handel op US OTC-markt. Wat zijn de gevolgen voor uw aandelen?”
Voor de aandelen van de verzoeker, die nog een notering hadden, waren er 2 opties tot 9 december 2016: ze zelf proberen te verkopen ofwel ze laten transfereren naar een andere financiële instelling die deze effecten nog zou aanvaarden.
Op 23 november 2016 had de verzoeker een afspraak op kantoor. Toen bleek een verkoop al niet meer mogelijk te zijn. Voor de andere optie, een transfer, was het gezien de korte overbruggingsperiode, te laat.
In een tweede brief van de bank van 12 december 2016 (persoonlijk aan de verzoeker gericht), legde de bank nogmaals uit waarom de handel werd stopgezet. De bank informeerde dat ze zou proberen de aandelen gegroepeerd te verkopen in januari – februari 2017.
De verzoeker zag ondertussen dat de waarde van het aandeel Generex gestegen was en hij vroeg een compensatie aan de bank.
Op 21 januari 2017 werden zijn effecten blijkbaar weggeboekt. De bank heeft de effecten niet kunnen verkopen.
Waar de verzoeker een probleem mee hebt, is het gegeven dat hij tijdig heeft gereageerd en dat er toch niets meer kon worden gedaan. Hij heeft geen aangepaste ondersteuning gekregen, noch van het kantoor, noch van de hoofdzetel. Hij is nu wel zijn geld kwijt.
Crédits hypothécaires – Exécution du contrat – Enregistrement BNBLees meerLe demandeur s’est rendu en décembre 2015 pour procéder à l’actualisation de son identification auprès de trois institutions financières où il est titulaire de comptes. Deux d’entre elles ont simplement effectué une lecture de votre carte d‘identité et la troisième lui a demandé de signer un document d‘identification dans lequel il consent au traitement de ses données personnelles et au Règlement Général des Opérations.
Le demandeur estime que ce consentement dépasse l’obligation d’identification de ses données personnelles et qu’en lui faisant signer ce document, la banque s’attribue des droits exclus ou fortement réglementés par la loi.
Le demandeur souhaite savoir s’il est obligé d’accepter de signer ce document dans le cadre de l’obligation d’identification et si cette clause octroie des droits exclus ou fortement réglementés par la loi.
Paiements et comptes de paiements – Opérations à distance – Paiements par PC – Opérations contestéesLees meerLe 9 mars 2017, vers 12h30, la plaignante reçoit un appel téléphonique d’un numéro qu’elle ne connait pas. Une dame, qui dit s’appeler Brigitte Antoine, lui annonce qu’à l’issue d’un procès, plusieurs harceleurs téléphoniques avaient été condamnés à indemniser leurs victimes. Le numéro de la plaignante avait été retenu, elle doit recevoir la somme de €2680.