Avis du collège
2008
VerjaringLire plusIn een e-mailbericht van 9 januari 2008 aan de Bemiddelingsdienst meldt de dochter van verzoeker dat haar vader in het bezit is van 600 aandelen Y die hij vóór 14 mei 1990 heeft aangekocht en dat hij ook nog alle aankoopbewijzen in zijn bezit heeft.
VerjaringLire plusVerzoeker heeft, blijkens de door hem voorgelegde aankoopborderellen, tussen 14 december 1988 en 28 februari 1990 door tussenkomst van de toenmalige G-Bank voor in totaal 663.127 BEF (thans 15.694, 96 euro) aandelen gekocht.
Spaarrekening minderjarige. Tegoeden van minderjarigen.Lire plusVerzoeker is een uit de echt gescheiden vader van twee minderjarige kinderen, op wier beider naam een spaarrekening bij de bank is geopend.
In de beschikking van de Rechtbank van Eerste Aanleg, gewezen in kort geding, wordt bepaald dat de uitoefening van het ouderlijk gezag aan beide ouders toekomt.
Coffre – déplacement du contenu.Lire plusLa requérante louait un coffre à l’agence de la Banque. En raison de travaux dans cette agence, un rendez-vous avait été pris de commun accord entre les parties pour l’ouverture du coffre, le 28 août 2006 à 15 heures, afin d’en déplacer le contenu.
Virement – pas de concordance entre le n° de compte et l’identité du bénéficiaire.Lire plusLe requérant est titulaire d’un compte auprès de la banque.
Le 1er septembre 2005, il émit un ordre de virement de 375,34 € à transférer vers le compte n° X en indiquant comme bénéficiaire « Electrabel ». Cet ordre a été exécuté le 2 septembre 2005.
En réalité, le n° de compte indiqué appartenait à un tiers au sein de la même banque.
Le requérant avait indiqué par erreur comme compte bénéficiaire, le n° de domiciliation attribué à Electrabel au lieu du n° de compte bancaire de cette dernière.
Virement – pas de concordance entre le n° de compte et l’identité du bénéficiaire.Lire plusLa requérante en situation financière difficile. Elle a fait appel à un service de médiation de dettes organisé au sein d’un CPAS pour l’aider à remédier à sa situation d’endettement. Une gestion assistée a été mise en route avec le concours de la banque A auprès de laquelle la requérante a ouvert un compte. Un plan de remboursement a été envisagé et une série de virements ont été préparés. Une erreur s’est produite dans la rédaction d’un de ces virements : un virement de 462 euros destiné à payer le loyer au bailleur a été complété avec le numéro de compte de la requérante auprès d’une autre banque, la banque B. Il y a donc discordance entre le nom et l’adresse du bénéficiaire d’une part et le numéro de compte d’autre part.
Zichtrekening – foutieve uitvoering – raming van de schade.Lire plusOp 19 november 2007 heeft verzoeker zich op het kantoor aangeboden om staatsbons op het credit van zijn rekening te plaatsen voor een totaal bedrag van 12.723,68 euro, inclusief intresten.
Op 14 december 2007 wordt zijn rekening, wegens een interne fout van de bank, ten onrechte met dit bedrag gedebiteerd. De volgende dag wordt zijn rekening nogmaals met hetzelfde bedrag gedebiteerd, opnieuw wegens een interne fout van de bank.
Als gevolg daarvan waren de rekening en de daaraan verbonden debetkaart van verzoeker geblokkeerd.
Zichtrekening – compensatie van beschermde bedragen.Lire plusVerzoeker is houder van een zichtrekening bij de bank.
In een brief van 7 mei 2008 aan de bank en aan de Bemiddelingsdienst van de Banken meldt verzoeker dat de bank weigert een deel van zijn pensioen, namelijk 1.006,63 euro, uit te betalen. Het gaat volgens hem om het gedeelte dat niet meer voor beslag vatbaar is, omdat het gedeelte dat wel voor beslag vatbaar is, reeds werd afgehouden. Hij is van oordeel dat de bank dit bedrag ten onrechte blokkeert of er ten onrechte beslag op legt, terwijl het krachtens de wet van 27 december 2005 “houdende diverse bepalingen” voorzien is van een code B en daarom niet vatbaar is voor beslag of overdracht.
Instruments financiers, obligations perpétuelles.Lire plusEn janvier 2005, les requérants ont acquis, sur les conseils de la banque, des obligations perpétuelles d’une banque étrangère à concurrence de 50.000 euros pour Monsieur et de 25.000 euros pour Madame, ce qui représentait 27% des avoirs mobiliers de Monsieur et 16% des avoirs mobiliers de Madame.
Instruments financiers, conseil en placement inapproprié.Lire plusEn 2005, le requérant, âgé de 68 ans, disposait à la banque d’un livret d’épargne avec une somme de quelque 50.000 euros.